Naar de content

De aartshertog van Google

Observaties van het Heidelberg Laureate Forum

Arnout Jaspers voor NEMOKennislink

Een persconferentie met een vice-president van Google, dat leverde zeker wel vuurwerk op? En waarom bleef bij het diner de tafel voor de pers leeg?

Het Speyer techniekmuseum

Arnout Jaspers voor NEMOKennislink

Het Heidelberg Laureate Forum is een jaarlijks evenement, waarbij winnaars van de belangrijkste wiskunde- en informaticaprijzen – de Fieldsmedaille, de Abelprijs en de Turing Award – samenkomen met jonge onderzoekers uit de hele wereld. Hoofdsponsor is softwarefirma SAP. Wiskunderedacteur Arnout Jaspers is er ook en houdt een blog bij voor NEMO Kennislink.

Vint Cerf, is dat niet een personage uit Star Wars? Bijna goed, hij is een van de aartsvaders van het internet en chief internet evangelist bij Google. Cerf: “Toen ik door Larry Page en Sergey Brin werd gevraagd om bij Google te komen werken, vroegen ze me: ‘Welke titel wil je?’. Dus ik zeg: ik zou het wel leuk vinden om aartshertog te zijn. Waarop Larry zei: ‘De laatste aartshertog heette Ferdinand. Die is in 1914 vermoord en dat veroorzaakte de Eerste Wereldoorlog.’ Toen heb ik maar genoegen genomen met chief internet evangelist.”

Hij brengt het goed, maar ik gok dat de anekdote tot zijn ijzeren repertoire behoort. En alle studentikoze gekheid op een stokje, Cerf is wel een van de vice-directeuren van het miljardenbedrijf Google, en heeft als zodanig een aanzienlijke macht. Tot nu toe is hij iedere keer op het Laureate Forum aanwezig geweest.

Vint Cerf is een van de aartsvaders van het internet.

Arnout Jaspers voor NEMOKennislink

Digitale donkere eeuwen

Op de foto legt hij niet de eed af dat hij de privacy van al Google’s gebruikers tot zijn laatste snik zal verdedigen, maar houdt hij tijdens een persconferentie een betoog over de digitale donkere eeuwen die er aan dreigen te komen. We produceren en bewaren met zijn allen gigantische hoeveelheden data, maar als we niet oppassen, is niets van dat alles over vijftig of honderd jaar nog leesbaar, omdat de software in hoog tempo evolueert en oude bestanden niet meer te openen zijn.

Hier ziet Google een schone taak voor zich: alle data waar het de hand op kan leggen eindeloos bewaren, en alle software die straks ouderwets is, virtueel in de cloud in stand houden. Omdat niemand van de journalisten tegensputterde, vroeg ik hem waarom de term ‘privacy’ niet in zijn verhaal voorkwam, en of het misschien een idee is om bij dit project data van een expiry date te voorzien. Ik zal wel niet heel duidelijk zijn geweest, maar toch vond ik het veelzeggend dat hij dit juist omgekeerd interpreteerde: volgens hem moeten data na de expiry date niet worden gewist, maar juist voor iedereen toegankelijk worden.

Verbeeld je vooral niet, dat nu een messcherp debat ontstond tussen journalisten die op de bres springen voor de rechten van de consument en de vertegenwoordiger van het grootkapitaal in zijn driedelig grijs. Wetenschapsjournalisten blijven altijd beleefd en genuanceerd. We zijn toch zeker geen journaille dat met sensatieberichten op de voorpagina probeert te komen?

Speyer techniekmuseum

Arnout Jaspers voor NEMOKennislink

Diepe slurf

Op het eind van de dag trok de hele karavaan in touringcars en limousines naar het Speyer techniekmuseum, waar je je onder andere vanuit een echte Jumbojet in een vijftien meter diepe slurf naar beneden kunt storten. Een aanrader, als je toch in de buurt bent. De aio’s en post-docs uit vier continenten waren er zo enthousiast over, dat ze tenslotte met zachte drang naar binnen gestuurd moesten worden om de toespraak van de CEO van de hoofdsponsor aan te horen (‘Ik zal het kort houden’).

Bij het diner was er een aparte tafel voor de pers. Dat werkt bij elke rechtgeaarde journalist natuurlijk als een rode lap op een stier. ‘We gaan toch niet een avond lang alleen maar met elkaar zitten praten? We zijn hier om professioneel informatie, verhalen en scoops uit onderzoekers en laureaten te trekken.’ In ieder geval moet je die schijn ophouden: de perstafel bleef leeg, maar bijna alle journalisten zaten bij elkaar aan de aanpalende tafel.

ReactiesReageer