De bevrijding in mei 1945 zorgde voor een ontlading in Nederland. Overal werd gefeest maar ook wraak genomen. Jarenlange onderdrukte woede, frustraties, angst en afgunst kwamen er in een keer uit. Deze volkswoede richtte zich onder andere op meisjes die zich met de Duitsers hadden ingelaten, de moffenmeiden. Jan Brokken beschrijft in De vergelding treffend de oorlogsjaren en de afrekening erna in zijn geboortedorp Rhoon.
Het boek gaat niet alleen over de relaties tussen Rhoonse meisjes en Duitse soldaten, maar het loopt er wel als een rode draad door heen. De titel van het boek slaat op een vergeldingsactie van de ingekwartierde Duitsers in het Zuid-Hollandse dijkdorp.
Op 10 oktober 1944 lopen enkele Duitse soldaten, samen met de twee Rhoonse zusjes Dien en Sanderien van Regt, over de onverlichte dijken. Een loshangende hoogspanningskabel treft de langste soldaat, toevallig ook Ernst Lange geheten, die later zal sterven.
De Duitse sergeant Walter Loos, die ook aanwezig is tijdens deze nachtelijke wandeling, is overtuigd van sabotage en pakt de volgende dag zeven mannen op. Hierbij kiest hij niet willekeurig: jongens die steentjes naar hem hadden gegooid, mannen die minachting hadden getoond, dat soort werk. Zij eindigen voor Loos’ vuurpeloton, hun huizen worden in brand gestoken en hun gezinnen verjaagd. Maar ging het wel om een verzetsdaad?
De bronnen
Jan Brokken heeft het boek geschreven met hulp van Bert G. Euser, zijn vroegere buurjongen. Euser heeft meer dan zeven jaar gestoken in het verzamelen en lezen van historische documenten, archiefstukken, rapporten en processen-verbaal over de gebeurtenissen tijdens en na de oorlog in Rhoon.
Daarnaast hebben Euser en Brokken in totaal 185 ooggetuigen, direct betrokkenen, hun kinderen of familieleden ven nabestaanden van de slachtoffers gesproken. Al deze informatie heeft geleid tot een historisch verantwoord boek dat leest als een roman. Eenmaal begonnen kon ik het in ieder geval niet meer wegleggen.
Brokken beschrijft de gebeurtenissen in een dorp tijdens de oorlog aan de hand van gewone mensen zoals Sanderien de Regt. Zij is het vriendinnetje van de 18-jarige soldaat Lange. Op de dag dat hij sterft, is ze zelf pas veertien maar ze lijkt een stuk ouder.
Ze was op sleeptouw genomen door haar 23-jarige zus Dien, die al verschillende Duitse vriendjes heeft gehad en nu stapelverliefd is op sergeant Loos. Na de vergeldingsactie in oktober 1944 zal Loos worden overgeplaatst en Dien verhuist naar Hellevoetsluis om hem te kunnen blijven ontmoeten.
Dirkje danst met Duitsers
In Rhoon treffen de soldaten en de meisjes elkaar vaak in het dijkhuisje van Dirkje Veth – de Ruyter. Een mooie vrouw die er in de oorlog alleen voor is komen te staan. Haar man, Arend-Jan Veth, vocht aan Nederlandse zijde en wist na de overgave in 1940 te vluchten en Engeland te bereiken. Hij zou, samen met de geallieerden, pas weer voet zetten op bezet gebied tijdens D-day.
Omdat Dirkjes man was gedeserteerd kreeg ze geen geld van de overheid en moest ze het financieel alleen zien te rooien. Haar eigen ouders hadden het niet breed en haar rijkere schoonouders weigerde haar voedsel te geven: dat kon ze immers niet betalen?
Na de dood van haar zoontje knapt er iets in Dirkje. Ze moet toch haar twee dochters te eten geven en ze gaat werken voor de Duitsers. Eerst als wasvrouw maar al gauw is het regelmatig feest bij haar thuis. De dorpelingen kijken met afgunst naar het enige huis waar de radio aan mag en waar volop drank en eten aanwezig is. Dirkje dook, net als de andere meisjes, met verschillende Duitsers het bed in en kwam zwanger de oorlog uit.
Na de eerste roes van de bevrijding wordt Dirkje op 8 mei 1945 door een woedende meute opgepakt en bruut kaalgeknipt met een enorme schapenschaar. Met hakenkruizen van carbolineum op het hoofd worden Dirkje en andere ‘moffenmeiden’ op een kar door het dorp gereden. Hier en daar stopt de kar zodat de omstanders zich kunnen botvieren op de meisjes. De zwangere Dirkje wordt gestompt, geslagen, in haar buik getrapt en bespuugd. Sanderien weet deze dans toevallig te ontspringen.
Op het moment dat Dirkje door haar dorpsgenoten wordt mishandeld, arriveert haar man Arend-Jan Veth in een grote Amerikaanse slee vol cadeaus en lekkernijen. Bij zijn oude huis aangekomen treft hij zijn vrouw en kinderen niet aan en even later hoort hij wat er aan de hand is. Hij wacht een paar uur en rijdt dan naar zijn schoonouders.
Zonde te groeten loopt hij het huis binnen en neemt zijn twee dochters onder de armen weer mee naar buiten. Zijn vrouw, die half in coma en onder de kompressen in de kamer ernaast ligt, negeert hij. Een week later zou hij de hele inboedel uit Dirkjes huis, al haar kleren en zelfs de poppen van zijn dochters in de brand steken. Om vervolgens nooit meer terugkeren in Rhoon.
Schaamte komt later
Een van de geïnterviewde getuigen zegt over deze eerste dagen van herwonnen vrijheid: “Het ergste van de oorlog was voor ons de bevrijding”. De dagen na 8 mei kijken veel dorpelingen al met schaamte terug op de beestachtige behandeling van de dorpsmeisjes. Om hier vervolgens niet meer over te praten.
Na veel speurwerk kregen Euser en Brokken langzaamaan genoeg gegevens boven tafel om de oorlogstijd van het dorp te kunnen reconstrueren. Maar nog steeds mist hij informatie en door de jaren heen zijn belangrijke getuigen overleden. Wie er achter de dood van Ernst Lange zit, zal wel altijd een geheim blijven.