Naar de content

De talenrijkdom van Afrika

Drie volwassenen en vijf kinderen staan rondom of zitten op een bankje. Een persoon heeft een laptop op schoot.
Drie volwassenen en vijf kinderen staan rondom of zitten op een bankje. Een persoon heeft een laptop op schoot.
Mark Dingemanse voor NEMO Kennislink

Zaterdag 28 september wordt op het Drongofestival in Amsterdam, een groot festival over meertaligheid, de website ‘Stemmen van Afrika’ gelanceerd. De website is een initiatief van taalwetenschappers Pieter Muysken (Radboud Universiteit Nijmegen) en Maarten Mous (Universiteit Leiden). Aan de hand van een groot aantal artikelen geeft de website inzicht in de grote taaldiversiteit van Afrika voor een breed publiek.

Drie volwassenen en vijf kinderen staan rondom of zitten op een bankje. Een persoon heeft een laptop op schoot.

Taalkundige Mark Dingemanse (midden van de foto) verbleef voor zijn promotieonderzoek tien maanden onder het Mawuvolk in het bergdorpje Akpafu-Mempeasem in Ghana.

Mark Dingemanse voor NEMO Kennislink

In Nederland wordt veel onderzoek gedaan naar Afrikaanse talen, en toch heeft het grote publiek weinig kennis van de taaldiversiteit in Afrika. Om die reden ontwikkelden taalwetenschappers uit Nijmegen en Leiden een website waarop een groot aantal Nederlandse artikelen is te vinden over verschillende Afrikaanse talen. Sommige zijn geschreven door studenten taalkunde, andere door gepromoveerde taalwetenschappers zoals Mark Dingemanse.

Van zijn hand verscheen deze week een artikel over toontalen en fluitsignalen: “Grappig genoeg kunnen sprekers van toontalen de zang van vogels interpreteren. Er zijn bijvoorbeeld vogels die om bepaalde tijden fluiten, zoals aan het eind van de dag. De roep van die vogel wordt dan uitgelegd als ‘het is laat, je moet naar huis’.”

Klanknabootsing, kliks…

Dingemanse promoveerde zelf op het Siwu, een toontaal die gesproken wordt in Ghana. In zijn proefschrift richtte Dingemanse zich in het bijzonder op ideofonen, klanknabootsende woorden. Dingemanse: “Afrika staat onder taalkundigen bekend om zijn ideofonen. Ze werden daar 150 jaar geleden voor het eerst aangetroffen. Inmiddels weten we dat er ook in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika wel talen zijn met ideofonen. Maar als je Afrikaanse talen gaat bestuderen bezuiden de Sahara, dan weet je zo goed als zeker dat je grote aantallen ideofonen gaat vinden.”

Qua klanksystemen zijn er ook een aantal kenmerken die uniek zijn voor Afrikaanse talen, aldus Dingemanse. Zoals kliks in de zogenaamde kliktalen: “In Australië is wel een rituele taal waarin je soms kliks gebruikt, maar dat is geen alledaagse taal. In de kliktalen van zuidelijk Afrika zijn vaak wel 20 varianten van kliks die allemaal betekenisonderscheidend zijn, zoals bij ons de p en de s (poes en soes zijn 2 verschillende woorden). Als je alle onderscheidende medeklinkers in zo’n systeem telt kom je wel boven de 100 uit. Ter vergelijking: het Nederlands heeft hoogstens 30 verschillende medeklinkers. Er zijn ook talen die het maar met 10 of 15 doen. De complexiteit van sommige van die Afrikaanse klanksystemen is wereldwijd ongeëvenaard.”

…en andere tongbrekers

Naast kliks zijn er nog wel meer klanken die voor ons westerlingen moeilijk zijn uit te spreken, zoals de labiovelaire stop en de labiale flap. Dingemanse kan ze wél uitspreken. “De labiovelaire stop is een klank waarbij je je lippen in de stand van de p zet, en je tong tegelijkertijd in de stand van de k. Dan krijg je een klank die een mix van een k en een p is. In het Siwu bijvoorbeeld is dat net zo’n normale medeklinker als de k of de p. De labiale flap maak je door je onderlip achter je bovenlip te haken en die vervolgens naar buiten te laten schieten. Die klank komt voor in enkele tientallen talen in Centraal Afrika, en dan vooral in ideofonen.”

In het Nederlandse taalgebied wordt veel onderzoek gedaan naar Afrikaanse talen en culturen. In Leiden in het Afrika Studiecentrum, en bij de opleiding Afrikaanse Talen en Culturen. In Gent is een vergelijkbare opleiding. Daarnaast zijn er verschillende musea die zich met Afrika bezighouden, zoals het Afrikamuseum in Berg en Dal en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Aan het Max Planck Instituut en aan de Radboud Universiteit in Nijmegen zijn ook veel taalwetenschappers die Afrikaanse talen bestuderen.

wikimediacommons

Gesproken talen

De taaldiversiteit in Afrika is enorm. Het aantal talen dat er gesproken wordt ligt volgens verschillende bronnen tussen de 1400 en 2000. Dingemanse: “Dan hebben we het echt over talen die niet onderling verstaanbaar zijn. Dat zijn talen die minimaal zo verschillend zijn als het Nederlands en het Duits en maximaal als het Nederlands en het Baskisch.

Er zijn talen bij met miljoenen sprekers, zoals het Swahili, maar ook talen met een handjevol sprekers. Het gemiddelde ligt rond de 3000 sprekers. Het betekent overigens niet dat dit soort kleine talen per definitie op sterven na dood zijn. Dat is ook afhankelijk van andere factoren: leren kinderen de taal nog, is er druk van andere talen, etcetera.”

Overigens zijn maar weinig van die talen op schrift gesteld, licht Dingemanse toe. “Hoewel er talen zijn die al langer geschreven worden dan het Nederlands, wordt een groot deel van de Afrikaanse talen vanouds alleen gesproken. In de laatste honderd jaar zijn er wel veel bijbelvertalingen gemaakt door zendelingen. Maar dan nog is er gebrek aan alfabetiseringsprogramma’s waardoor veel mensen niet in hun eigen taal kunnen lezen.”

Ook wat betreft de taalkundige beschrijving van Afrika’s talenrijkdom is er nog veel te doen. Dingemanse: “Dat is ook een van de redenen dat ik destijds voor de studie Afrikaanse Talen en Culturen koos. Als je fundamentele wetenschap wilt bedrijven, dan moet je naar een gebied toe waar nog heel veel werk te doen is.”

Creooltalen

Dat er in Afrika nog veel te ontdekken valt voor taalwetenschappers, blijkt ook uit het feit dat er zo nu en dan nog een nog onbekende taal opduikt. Zo ontdekte de Engelse taalwetenschapper Blench in 2005 het Bangime in Mali, vertelt Dingemanse: “Dat bleek ook nog eens een taal te zijn die aan geen enkele andere taal verwant was. Dat is net zoiets als wanneer een bioloog een nieuwe soort ontdekt. Het werpt een heel nieuw licht op hoe talen aan elkaar gerelateerd zijn en hoe talen evolueren over tijd.”

Naast de talen in Afrika behandelt de website ook talen in andere continenten die Afrikaanse wortels hebben. Zoals de creooltalen in Suriname: “Die talen zijn gerelateerd aan Afrika, net zoals het Afrikaans in Zuid-Afrika gerelateerd is aan het Nederlands. Met de website ‘Stemmen van Afrika’ willen we de volledige diversiteit van Afrika in beeld brengen. Dat maakt de website ook interessant voor mensen uit het Caraïbische gebied die bekend zijn met het Sranan of andere creooltalen.”

Stemmen in Afrika wordt mogelijk gemaakt door subsidie van de KNAW en is een intiatief van taalwetenschappers Pieter Muysken (Radboud Universiteit Nijmegen) en Maarten Mous (Universiteit Leiden).

ReactiesReageer