Naar de content

De wereld is sinds 1990 minstens vijftig procent verbeterd

De meeste Millenniumdoelen van de VN zijn grotendeels gerealiseerd – althans officieel

Kathy MacPhee

Het idee dat we de wereld moeten verbeteren is vrij jong. Voor de Tweede Wereldoorlog was er particuliere liefdadigheid en incidentele hulp tussen landen, maar grote transnationale hulpprogramma’s bestonden niet. De Millenniumdoelen van de Verenigde Naties stelden in 2000 voor het eerst een mondiale agenda voor ontwikkelingshulp vast. Op naar de volgende mondiale ambitie: de ‘Sustainable Development Goals’.

Daniela Rosche: “Hulp in de regio kan zeer effectief zijn”.

EC

Wie tegenwoordig ziet hoe honderdduizenden mensen hun leven wagen om Europa te bereiken, denkt allicht dat we tegen zulke tsunami’s van leed machteloos staan. Maar hulp ‘in de regio’ kan wel degelijk zeer effectief zijn.

“Wat veel mensen niet beseffen: het overheidsbudget van menig ontwikkelingsland is kleiner dan dat van de gemeente Amsterdam,” aldus Daniela Rosche. Zij is senior beleidsadviseur bij ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib en houdt zich specifiek bezig met de millenniumdoelen en hun opvolgers, de Sustainable Development Goals.

Succesvolle campagne?

In 2000 kwamen 189 lidstaten van de VN acht millenniumdoelen (officieel: Millennium Development Goals) overeen die in 2015 gerealiseerd moesten zijn, waarbij de situatie zou worden vergeleken met die in 1990. Dit jaar wordt dus in zwaarlijvige VN-rapporten de balans opgemaakt. En wie bij ontwikkelingshulp automatisch denkt aan deprimerende klaagverhalen, staat een verrassing te wachten.

Een van de topprioriteiten was om extreme armoede wereldwijd zoveel mogelijk uit te bannen, en inderdaad is het aantal mensen dat rond moet komen van minder dan 1 dollar 25 per dag volgens de VN ruim gehalveerd: van 1,9 miljard naar 800 miljoen. “De Millenium Development Goals hebben geleid tot de meest succesvolle campagne tegen armoede uit de geschiedenis”, juichte VN Secretaris-Generaal Ban Ki-Moon in juli. Volgens Roche is de campagne tegen aids een ander groot succes van de millenniumdoelen: “Het is gelukt om de aidsepidemie in te dammen en zelfs terug te dringen.”

De VN claimt verantwoordelijk te zijn voor de wereldwijde afname van armoede na 1990.

United Nations

Maar bij zulke successen kun je je afvragen wat de millenniumdoelen daaraan bijgedragen hebben. Na 1990 begonnen in China de liberalisering en stormachtige groei van de economie, waardoor bijna een half miljard straatarme boeren uit de armoede getild is. De VN of westerse ontwikkelingshulp hadden daar part nog deel aan. En hoe zou de strijd tegen aids/hiv er nu voor staan, als niet sinds een jaar of tien voor ontwikkelingslanden goedkope virusremmers beschikbaar waren gekomen?

Absurde ondervoeding

Ook op de cijfers zelf is harde kritiek gekomen. Eerder dit jaar noemde filosoof en ontwikkelingsactivist Thomas Pogge in het tijdschrift The European de criteria voor ondervoeding ‘absurd’ en het hele millenniumproject ‘een farce’. Zo moet je om als ondervoed te gelden, volgens nieuwe criteria die de VN in 2012 aannam, minstens elf maanden lang minder dan 1800 calorieën per dag binnen krijgen. Maar dit criterium geldt ongeacht welk werk iemand doet, terwijl juist de allerarmsten vaak fysiek zwaar werk verrichten. Pogge: “Ondervoede riksjarijders kunnen dus biologisch niet bestaan, want als zo iemand echt minder dan 1800 calorieën per dag krijgt, is hij binnen een jaar dood.”

Een riksjarijder overleeft nog geen jaar op 1800 calorieën per dag en dus bestaan volgens de criteria van de VN geen ondervoede riksjarijders.

Kathy MacPhee

Nog los van welke criteria je hanteert, is ook de kwaliteit van de statistieken een groot probleem. Hoeveel vrouwen stierven in het kraambed in Malawi in 1993, of in Afghanistan in 2004? De VN telt gewoon de cijfers op die de landen zelf verstrekken. Hoe politiek onafhankelijk zijn de statistische bureaus van Pakistan of Honduras? Pogge vindt dat een onafhankelijke VN-instantie dit soort cijfers moet verzamelen. Rosche zegt er het volgende over: “Ik kan me voorstellen dat er landen zijn die de cijfers aanpassen. Veel landen hebben niet eens de expertise of capaciteit om betrouwbare cijfers over armoede of het aantal hiv-geïnfecteerden te leveren.”

“En dan is er ook nog het probleem dat je voor veel landen geen goede baseline data hebt. In sommige gevallen weten we niet hoe de stand van zaken in 1990 was. Oxfam weet ook wel dat het produceren van data een politiek proces is. We benadrukken dat bewust niet, omdat deze kwestie dan nog meer politiek wordt. Zelfs de VN geven dat toe en zeggen dat er een ‘data-revolutie’ moet komen. Voor mij zit de winst van de millenniumdoelen niet alleen in de kwestie of de cijfermatige doelstellingen gehaald zijn. De millenniumdoelen zijn normstellend geweest en hebben de agenda bepaald. Nu is ook beter bekend wie er op vooruitgegaan is en wie nog achtergebleven is. Daardoor kunnen we effectiever nieuwe doelen stellen, en dat zijn de Sustainable Development Goals.”

Olifant in de kraamkamer

Zowel de oude millenniumdoelen als de nieuwe Sustainable Development Goals zijn producten van een consensus tussen bijna tweehonderd VN-lidstaten, met alle voor- en nadelen van dien. Zo negeren beide programma’s de olifant in de kraamkamer: overbevolking. Het is een ongemakkelijk, dus veelal genegeerd feit: elk kind dat dankzij een vaccinatie van een paar euro niet sterft aan een kinderziekte, maakt in de decennia daarna aanspraak op een menswaardig bestaan. Alleen al de mazelen-vaccinatie scheelt volgens de VN bijna een miljoen doden per jaar. Voor een deel zijn de economische vluchtelingen die nu aan de poort van Europa kloppen, de kinderen die hun leven danken aan met veel westers hulpgeld opgezette vaccinatiecampagnes in de jaren tachtig en negentig. De tragiek is, dat slecht functionerende staten en corrupte regimes veelal wel toelaten om kinderen te redden, maar niet toelaten om iets aan de context te doen waarin die opgroeien, zoals eerlijker kansen en het creëren van werkgelegenheid.

Na de Tweede Wereldoorlog raakte de bevolkingsgroei vooral door betere gezondheidszorg in een stroomversnelling, wat in de jaren ’60 en ’70 nog als een enorme bedreiging werd gezien. Sindsdien is de groei in absolute zin niet afgenomen – elk jaar komen er 75 miljoen aardbewoners bij – maar als internationaal agendapunt is het onderwerp taboe. Tussen 1990 en 2015 steeg de wereldbevolking van 5,5 naar ruim 7 miljard. In het VN-rapport dat terugkijkt op de millenniumdoelen wordt over bevolkingsgroei alleen gesproken als een concurrent van de armoede- of kindersterftebestrijding: om die als percentage van het geheel omlaag te krijgen, moet je in absolute zin elk jaar méér doen.

Er komen steeds meer kinderen die geholpen moeten worden met de nieuwe Sustainable Development Goals.

European Commission

Een stuk gereedschap

De nieuwe Sustainable Development Goals, te realiseren per 2030, vertonen dezelfde blinde vlek: er zijn streefgetallen voor het omlaag brengen van kindersterfte, sterfte in het kraambed en sterfte door allerlei ziektes, maar er wordt met geen woord gerept over bevolkingsgroei als mogelijk probleem.

Rosche: “Ontwikkelingslanden laten zich echt niet vertellen dat ze hun bevolkingsgroei moeten gaan beperken. Het probleem is wel aangekaart, maar het wordt indirect aangepakt. In Nederland zetten we vooral in op familieplanning, seksueel-reproductieve gezondheid en voorlichting.”

Volgens haar is dit juist een voordeel van op consensus gebaseerde doelstellingen: “Neem nu het onderwerp ‘vrouwenrechten’. Dat is zó’n gevoelig, moeilijk onderwerp, terwijl dat een heel groot probleem is en een obstakel voor ontwikkeling. Vrouwen in ontwikkelingslanden mogen vaak niet zelf bepalen hoeveel kinderen ze willen, en als je wordt uitgehuwelijkt op je veertiende, ben je ook nauwelijks in staat om je eigen keuzes te maken. Zonder mondiale afspraken hebben mensen geen mechanisme om tegen hun eigen overheid te zeggen: doe hier wat aan. Het geeft mensen toch een stuk gereedschap.”

Een ‘inclusief’ proces

Rosche: “Er is lange tijd een vertrouwenscrisis in de VN geweest; de ontwikkelingslanden hadden totaal geen vertrouwen meer in het Westen. Maar dit keer is er geen harde kritiek geweest op hoe de nieuwe doelen zijn vastgesteld, het is echt een ‘inclusief’ proces geweest, met betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden en online consultaties, onder de noemer The world we want.”

Het resultaat is een breed pakket met 17 nieuwe basisprincipes en 169 doelstellingen. Maar de afspraken om per land de implementatie van die doelstellingen te meten zijn tamelijk vrijblijvend. Rosche: “Bij Oxfam zetten we daarom in op het maken van heldere afspraken over het verzamelen van data en de beoordeling daarvan.”

Het minste wat je van de millenniumdoelen kunt zeggen, is dat ze voor het eerst een gewaagde ambitie formuleerden om letterlijk de wereld te verbeteren, en dat dit deels nog gelukt is ook. Terugblikkend oordeelt Rosche: “Het heeft zeker zin gehad, wat dat betreft geef ik de millenniumdoelen een rapportcijfer negen. Een cijfer geven voor de effectiviteit vind ik lastiger, dan hou ik het op een zes of zeven.”

Zie ook
ReactiesReageer