Naar de content

Hoe veeleisender, hoe braver je robot?

Sociale robots presteren het best als je veel van ze verwacht

UT

Van robothond Aibo tot de dino Pleo, en binnenkort wellicht de sprekende teddybeer Supertoy; er zijn steeds meer sociale robots in de vorm van huisdieren. Om ervoor te zorgen dat je als baasje zoveel mogelijk plezier beleeft aan je huisrobot kun je maar het beste hoge verwachtingen koesteren, ontdekte communicatiewetenschapper Jarno Rutjes (Universiteit Twente) onlangs. Dit in tegenstelling tot wat lang gedacht werd.

Pleo

Rutjes verrichte zijn onderzoek onder gebruikers van camarasaurus Pleo, een kleine groene dinosaurus met schattige grote ogen. “Als een zogenaamde zoomorphische sociale robot: vertoont Pleo veel karaktereigenschappen die levensechte huisdieren als honden ook hebben,” vertelt Rutjes over hem. Zo kan Pleo spontaan gaan snuffelen aan zaken die hij niet kent.

Pleo kan onder meer grazen, rondstappen, slapen en schattige geluidjes maken als je hem voert. De hoeveelheid en soort aandacht die hij krijgt is cruciaal voor zijn ontwikkeling.

wikimediacommons

Meer algemeen kunnen sociale robots interactie hebben met mensen, en rekening houden met de gedragsnormen die die mensen normaliter hanteren. Omdat ze er vaak erg aaibaar uitzien worden ze ook wel snoezelrobots genoemd.

Pleo als mans beste vriend?

Maar voor sociale robots als Pleo na of naast de hond mens beste vriend gaan worden moet er nog heel wat gebeuren. Hoe tevreden gebruikers zijn over sociale robots kan namelijk nogal verschillen. Waar sommige gebruikers staan te juichen en de metalen ‘huisdieren’ accepteren als een lid van de familie blijven ze voor andere mensen maar vreemde buitenbeentjes, waar je weinig lol van hebt of die al snel gaan vervelen. Wat dat betreft is het misschien wel tekenend dat het eerste bedrijf dat Pleo, naast nog andere kleine sociale robots, op de markt bracht, failliet ging.

Om meer te weten te komen over rol die aanvankelijke verwachtingen kunnen spelen in gebruikerstevredenheid ten aanzien van sociale robots, manipuleerde Rutjes bewust de verwachtingen van sommige deelnemers voor ze Pleo in huis namen, onder meer door ze erg veel positieve informatie over de robots te geven. Bij een andere groep gebruikers werd dit juist niet gedaan, die kregen juist andere, meer neutrale informatie.

Mijn robot & ik

Rutjes onderzoek, dat hij uitvoerde voor zijn Masterscriptie, signaleerde drie belangrijke ontwikkelingen. Allereerst bleek, zoals gezegd, dat mensen die zich over Pleo ontfermden met hoge verwachtingen van zijn functioneren gemiddeld meer tevreden over de robotdino waren dan mensen die lagere verwachtingen hadden.

Een best belangrijke bevinding, zeker als ze verder bevestigd zou worden in verder onderzoek. Voorheen werd namelijk juist vaak het tegenovergestelde gedacht, vertelt Rutjes. “Zo van: Als de verwachtingen niet zo hoog waren dan zou het gebruikersgeluk alleen maar mee kunnen vallen. Maar, als we er al een psychologisch etiket op willen plakken, “lijkt nu het idee van de self-fulfilling prophesy eerder van toepassing, net als die van de confirmation bias.

Volgens deze psychologische concepten zijn mensen geneigd nieuwe informatie zo te filteren en te intepreteren dat ze overeenkomt met hun aannames of verwachtingen van de werkelijkheid: hoe hoger de verwachting, hoe positiever daardoor de beoordeling. De verhoogde beloning, bijvoorbeeld in de vorm van de extra aandacht die positieve beoordelingen met zich mee kunnen brengen kan er voor zorgen dat het voor de persoon of het object in kwestie dat beoordeeld wordt weer gemakkelijker kan worden aan onze eisen te voldoen.

De rol van het baasje

Maar dat was niet de enige uitkomst van het onderzoek. Mensen die hoge verwachtingen koesterden antropomorfiseerden de robots ook meer, dat wil zeggen dat ze menselijke trekjes begonnen toe te schrijven aan de robots – een beetje zoals mensen dat vaak bij huisdieren doen. Verder stond de beoordeling vaak niet los van de persoonlijkheid van het baasje zelf; hoe mensen het gedrag van hun robot beoordelen en waarderen bleek nogal eens samen te hangen met hoe ze zichzelf zien.

Zo was het positieve effect van hoge verwachtingen op gebruikerstevredenheid het hoogst was bij deelnemers die zichzelf een aangename persoonlijkheid toeschreven, om deze persoonlijkheidseigenschap vervolgens ook toe te wijzen aan de robot. Een neiging tot projecteren die ook wel bekend staat onder de term similarity attraction.

Robotrechten?

Maarre…hoe weten we nou eigenlijk dat de gebruikerstevredenheid zo afhangt van de aannames en percepties van de personen die Pleo gebruiken in plaats van ook Pleo zelf? En hoever kan de ontwikkeling van sociale robots eigenlijk gaan op dit moment?

De ene sociale robot is inderdaad de andere niet, stelt Rutjes allereerst. “Sociale robots passen zich aan aan hun omgeving en leren daarvan, waardoor elke Pleo weer andere ‘persoonlijkheid’ heeft. De verwachting is dan ook dat sociale robots in de toekomst steeds meer zullen vermenselijken of op huisdieren gaan lijken.”

Tegelijkertijd blijven sociale robots qua gedrag wel gebonden aan hun programma’s en blijft de scheidslijn tussen mensen en sociale robots nog wel even gehandhaafd. Ook leren ze met name van hun gebruikers, waardoor ze met name het gedrag van hun baasje(s) zullen spiegelen.

Bang dat sociale robotten straks hun plaats gaan opeisen of zelfs de mensheid willen overheersen à la het scenario van science fiction films als I, Robot lijken we voorlopig dan ook niet hoeven te zijn. Wel zou het dus zo kunnen zijn dat we straks naast honden en katten wellicht ook robots als electronische gezelschapsdieren hebben rondlopen. Tenzij we daar dus bij voorbaat niets van verwachten – en we ze mede hierdoor wellicht nog voor het aflopen van de fabrieksgarantie verveeld alweer het gat van de deur gaan wijzen.

Bron
  • J. Rutjes, 2013, Expectations and Human-Robot Interaction; The influence of robot expectations on personality attribution, impressions and anthropomorphism. Masters thesis. Universiteit Twente (juli).