Naar de content

Liefde voor een volle borst

Waarom houden mannen eigenlijk zo van de vrouwelijke voorgevel?

iStock, via CC 1

Mannen zijn gek op de vrouwelijke boezem. Zeker als ‘ie een beetje groot is. Maar waarom? Hoewel tijdens de borrelpraat iedereen daar een antwoord op lijkt te hebben, zijn wetenschappers er nog lang niet over uit. Kennislink zet de theorieën over mannelijke borstenliefde voor je op een rijtje.

Sorry dames, maar het is een feit. Wanneer een jongen een meisje ontmoet, kijkt hij meestal als eerst naar haar borsten. Of naar de ruimte ertussen. De liefde voor de boezem kan cultureel zijn, maar lijkt aangeboren: wereldwijd in de meest uiteenlopende culturen vinden mannen borsten mooi. Sterker nog, de interesse bestond waarschijnlijk al in de prehistorie: in 2008 vonden archeologen in Duitsland een beeldhouwwerkje uit de steentijd, dat een vrouw met een enorme boezem afbeeldt.

Is borstenliefde niet cultureel?

Niet alle wetenschappers vermoeden dat de mannelijke fascinatie voor borsten is aangeboren. In plaats daarvan zou het puur cultuur zijn. Sommige antropologen wijzen erop dat in Zuid-Amerika borsten bijvoorbeeld helemaal niet zo interessant zijn; daar stelen billen de show. En veel Afrikaanse stamvrouwen lopen gewoon met ontblote borsten rond, terwijl dat hier te sexy is. Ondanks die verschillen denken evolutiebiologen toch dat borstenliefde een aangeboren interesse is – cultuur kan de interesse hooguit versterken of afzwakken. Het lijkt daarmee wat op hoogtevrees: iedereen heeft het, maar met culturele opvoeding en training kun je de prikkel ook onderdrukken. Taboe op blote borsten, zoals wij hier hebben, heeft er overigens niets mee te maken, zegt antropoloog Frank Marlowe. Hij sprak mannen van de Tanzaniaanse Hadza-stam die zeiden borsten sexy te vinden – en dat terwijl de Hadza-dames zonder problemen met een ontbloot bovenlijf kunnen rondlopen.

Maar waarom vinden mannen de vrouwelijke boezem seksueel opwindend? Als je aanneemt dat het gedrag is aangeboren, heeft borstenliefde iets met evolutie te maken. Dat is precies wat veel biologen en antropologen denken. Ongeacht de wilde theorieën die ze poneren, zijn ze het over één ding eens: mannen van nu vinden borsten interessant omdat ooit in het oerverleden vrouwen met ronde borsten, om wat voor reden dan ook, meer kinderen kregen dan vrouwen met kleinere, plattere borsten. Als de kinderen van borstenliefhebbers snel in aantal toenemen, houd je na een paar generaties weinig platte borsten meer over. Maar de smaak blijft: mannen kozen jaren later nog steeds vrouwen met de grootste boezem, waardoor deze na duizenden generaties de vorm kreeg die hij nu heeft. Omdat deze evolutie niet door roofdieren is gedreven, maar door seksbeluste mannen, spreken we hier niet van natuurlijke selectie, maar van seksuele selectie.

Om te begrijpen waarom mannen naar de boezem staren, moeten we dus begrijpen om welke redenen rondborstige vrouwen tijdens de menselijke evolutie zoveel meer nakomelingen kregen dat mannen na verloop van tijd automatisch op deze vrouwen vielen. Theorieën hierover zijn er zat. Kennislink somt de beste en leukste voor je op. Leuk voor de volgende borrelpraat.

De borst als superheldin

Het is goed mogelijk dat de borst zelf een speciale supereigenschap bezit waardoor vrouwen beter of meer kinderen groot konden grootbrengen. Dat zeggen althans de twee onderstaande populaire theorieën. Maar waarschijnlijk kloppen ze niet.

De eerste theorie luidt: grote borsten geven meer melk. Klinkt logisch. Toch is het niet waar. Evolutiebioloog Bobbi Low publiceerde dit idee in 1987 in het blad Ethology and Sociobiology. Qua evolutie is het geen raar idee. Vrouwen met kleine borsten konden hun kinderen minder goed voeden, en hadden daarom minder succes met nakomelingen dan vrouwen die met borstmelk hun baby’s vetmestte. Onzin, reageerde Judith Anderson een jaar later in hetzelfde blad: metingen tonen aan dat melkafgifte niets met borstgrootte heeft te maken.


De tweede theorie is minder intuïtief dan de vorige, maar heeft opnieuw met borstvoeding te maken. Het maakte antropologe Gillian Bentley 2001 even beroemd in de wereldpers. De ronde borst zou geëvolueerd zijn om de neusgaten van drinkende baby’s vrij te houden. Dat sabbelt lekkerder. Omdat zulke vrouwen meer succes met baby’s hadden, is het dus handig voor mannen om rondborstige vrouwen te willen.

Klopt waarschijnlijk niet. Waarom? Baby’s hebben ongeacht de borstgrootte eigenlijk nooit ademhalingsproblemen tijdens melk drinken. Dat bevestigt Myrte van Lonkhuizen, lactatiekundige van Borstvoedingscentrum Amsterdam. “Natuurlijk zijn er uitzonderingen”, zegt ze, “maar die vind je aan beide kanten – zowel grote als kleine borsten geven om diverse redenen minder goed melk.” Die liggen volgens Van Lonkhuizen niet in de eerste plaats bij de borstvorm, maar hangen samen met bijvoorbeeld klierontwikkeling. Dus, dames met kleinere borsten: geen zorgen.

De borst als toevallige bijzaak

We hebben al gezien dat tot dusver de borst als evolutieheldin er bekaaid vanaf komt. Evolutiebiologen vinden het dan ook waarschijnlijker dat de mannelijke interesse voor vrouwenborsten is ontstaan doordat borsten toevallig een gezondheidssignaal van een andere goede, vruchtbare eigenschap aangeven. De theorieën hieronder zijn al aardig plausibel – maar ze blijven speculatief.

Borsten bestaan voor een flink deel uit vet. En vet is goed voor baby’s. John Cant beweerde daarom in 1981 dat borstvet een signaal is voor mannen die zoeken naar vrouwen met voldoende vetvoorraad om een kind mee te zogen. Cants idee is niet zo gek, want mannen vallen ook op ander vrouwenvet: ronde billen.

Wie denkt dat daarmee de kous af is, moet eerst de volgende vraag proberen te beantwoorden. Elk soort vet helpt babymelk maken, dus waarom het per se borstvet moet zijn? Waarom juist dáár? Waarom raken mannen niet opgewonden van een onderkin? Cant wist het ook niet.

Een interessante verklaring voor waarom extra vet bij vrouwen juist in borsten wordt opgeslagen stamt uit 1998. Antropoloog Frank Marlowe stelt in het blad Human Nature dat borsten altijd al een systeem in huis hadden voor vetopslag. Namelijk die voor de zwelling van de borst tijdens zwangerschap – mensapen, die verder een platte boezem hebben, dragen dat zwelsysteem ook. Met een simpele genetische verandering is het mogelijk dat onze vrouwelijke voorouders ineens opvallend veel vet in de borsten gingen opslaan, ook als ze niet zwanger waren.

Omdat grote borsten zwangerschap aanduidden, zouden ze voor mannen die seks willen juist onaantrekkelijk moeten zijn geweest. Toch is het anders gelopen. Marlowe denkt dat dat komt doordat mannen en vrouwen langere relaties met elkaar opbouwden dan apen. Als je een lange relatie hebt, is het ineens niet meer zo belangrijk om te weten wanneer het vrouwtje nu zwanger is of niet. Voor een mannetje is het beter om te herkennen dat een lange relatie de moeite waard is: het moet tenslotte veel kinderen opleveren. Niet toevallig krijgen jonge vrouwen pas borsten wanneer ze nét vruchtbaar zijn. Een goed teken, want op dat moment hebben ze nog een lange kindercarrière voor de boeg. Combineer dat met Cants idee dat ronde borsten met veel vet er op duiden dat die kinderen goed gevoed zullen blijven, en voilà: de grote boezem wordt een sekssignaal.

De borst is als pronkend sekssignaal blijven hangen, schrijft Marlowe, omdat mannen van een grote boezem meer informatie konden aflezen dan van andere sekssignalen. Zoals symmetrie: des te meer de linker- en rechterborst op elkaar lijken, des te gezonder die vrouw zal zijn. Je kunt eveneens aan borsten aflezen of een vrouw nog veel of weinig kinderen zal opleveren – wanneer vrouwen ouder worden, neemt niet alleen de kans op kinderen af, maar ook de stevigheid van de borst. Je kon als man, ook in de oertijd, daarom beter geen tijd verspillen aan een letterlijk aflopende zaak.

Een kwestie van smaak

Marlowe’s theorie lijkt prima mogelijk te zijn voor evolutie, maar blijft onbewezen. Is ook moeilijk: niemand was erbij toen de eerste boezem lichtjes vooruit stak. De ruimte voor speculatie blijft groot. Er zijn zelfs wetenschappers zoals biopsycholoog Nigel Barber, die ervan zijn overtuigd dat er veel meer toeval in het spel was. Barber schreef in 1995 in het blad Ethology and Sociobiology dat de interesse voor de borst misschien wel begon als een kwestie van smaak. Als sterke mannetjes die smaak toevallig hadden, gaven ze dat door aan hun vele nakomelingen die dus ook deze smaak deelden. Dat leidde tot een sneeuwbaleffect waarbij mannen steeds grotere borsten uitkozen. Kan ook.

Blindstaren op borsten

Welke theorie wint? Moeilijk te zeggen, maar bewijs voor theorieën waarin de vrouwelijke borst iets speciaals kan, zoals meer melk of ademruimte geven, lijken het verst van de waarheid. Waarschijnlijk was het ooit zo dat vrouwen die veel nakomelingen kregen, per toeval een relatief grote boezem droegen. Wat dat toeval zou kunnen zijn geweest, blijft in het midden.

We hebben het zolang over borsten gehad dat het misschien verleidelijk is om te denken dat partnerkeus voor mannen vaak om de boezem gaat. Dat is natuurlijk niet zo. Afgezien van het feit dat er ook billenmannen zijn, is de belangrijkste nuancering dat partnerkeus om meer draait dan een simpele inschatting van andermans lichaam. Om maar wat te noemen: gezichtsuitdrukking, stemvolume, humor, en zelfs geur. Speculeer er maar op los.

Bronnen
  • Bugoslaw Pawlowski e.a. Center of Body Mass and the Evolution of Female Body Shape. American Journal Of Human Biology, 15: 144-150 (2003)
  • John Cant. Hypothesis for the Evolution of Human Breasts and Buttocks. American Naturalist, 117: 199-204 (1981)
  • David C. Geary e.a. Evolution of human mate choice. Journal of Sex Research, 41: 27-42 (2004)
  • Frank Marlowe. The nulibility hypothesis: The Human Breast as an Honest Signal of Residual Reproductive Value. Human Nature, 9, 3: 263-271. (1998)
  • Nigel Barber. The Evolutionary Psychology of Physical Attractiveness: Sexual Selection and Human Morphology, Ethology and Sociobology, 16: 395-424 (1995)
  • Steven Gangestad e.a. The Evolution of Human Physical Attractiveness. Annual Reviews of Anthropology, 34: 523–48 (2005)
  • Grazyna Jasienska e.a. Large breasts and narrow waists indicate high reproductive potential in women. _Proceedings of the Royal Society London Biology, 271: 1213–1217 (2004)
Lees ook: