Naar de content

Neanderthaler leefde broederlijk naast moderne mens

Maar wel eerder uitgestorven dan we dachten

P. Semal, KBIN

De neanderthaler heeft zich een stuk minder lang staande weten te houden dan we dachten: ongeveer 40.000 jaar geleden stierven ze uit. De Homo sapiens verscheen echter ook eerder op het toneel, waardoor de twee wel duizenden jaren naast elkaar hebben geleefd in Europa. Dit blijkt uit een vernieuwde dateringsmethode.

Karakteristiek kenmerk van de neanderthaler was zijn grote neus.

Wikimedia Commons

De neanderthaler heeft in Europa tussen de 2600 en 5400 jaar samengeleefd met de Homo sapiens, ofwel de moderne mens. Op de ene plek waren de twee wat langer buren dan op de andere. Zo wisten de neanderthalers in Fumane (Italië) tot 44.000 jaar geleden te overleven, terwijl de populaties in het Catalaanse L’Albreda het 3000 jaar langer volhielden.

Deze twee plaatsen zijn voorbeelden van veertig archeologische sites, die onderzocht zijn door een team van internationale wetenschappers. Tijdens het zes jaar durende onderzoek naar neanderthalers en vroege Homo sapiens in Europa, bestudeerden ze meer dan 200 botresten en resten van voorwerpen.

Nieuwe datering

Met de vernieuwde AMS-methode (Accelerator Mass Spectrometry) konden de onderzoekers een veel preciezere C14-datering uitvoeren dan voorheen, aangezien AMS oude resten en jongere ‘vervuiling’ kan scheiden. Uit dit onderzoek blijkt dat deze vermenging van oude en jongere resten in het verleden nog al eens de testresultaten heeft beïnvloed. De datering kwam daarmee een stuk jonger uit de test dan dat de resten in feite waren.

De archeologische vindplaatsen die zijn bekeken, bevatten allemaal werktuigen door neanderthalers of vroege Homo sapiens gemaakt. Of de sites hadden een andere connectie met het Moustérien. (Het Moustérien is een archeologische benaming voor een periode waarin overwegend gereedschap van vuursteen werd gemaakt, met name door neanderthalers.) Uit het AMS onderzoek blijkt dat op alle veertig sites het Moustérien al ongeveer 40.000 jaar geleden eindigende en de neanderthaler verdween. Dit is 10.000 jaar eerder dan voorheen werd geschat.

Professor Thomas Higham van de University of Oxford legt uit hoe de AMS methode werkt: “We used ultrafiltration methods, which purify the extracted collagen from bone, to avoid the risk of modern contamination.”

Belg jongste neanderthaler

Dit wil echter niet zeggen dat Neanderthalers geen contact hebben gehad met de Homo sapiens. Uit dezelfde nieuwe dateringsmethode blijkt namelijk ook dat de moderne mens al 45.000 jaar geleden in Europa verschenen. Dit is 5000 jaar vroeger dan aanvankelijk werd aangenomen, waardoor de twee soorten enkele millennia naast elkaar hebben geleefd.

Snijtand van het neanderthalerindividu Spy VI (België).

P. Semal, KBIN

Jaren gingen wetenschappers er van uit dat het Iberisch schiereiland de laatste plek was waar de neanderthaler wist te overleven. De eerder onderzochten resten uit deze gebieden bleken na recent onderzoek met de AMS methode echter vervuild, waardoor ze jonger uit de C14-datering waren gekomen dan ze in feite waren. De fossielen uit een grot in het Belgische Spy komen nu als jongste neanderthaleroverblijfselen in Europa uit de bus. Na herdatering blijken ze tussen de 42.500 en 40.000 jaar oud te zijn.

Verbroedering

Het uitwisselen van kennis en het hebben van contact was in die vijf millennia van samenleven goed mogelijk. Hard bewijs voor deze conclusie is echter niet terug te vinden in de onderzochte archeologische resten; wel in de mens zelf. Dat de twee soorten seks hebben gehad weten we zo goed als zeker: ongeveer 2% van het menselijk DNA (behalve van Afrikanen) bestaat uit neanderthaler-DNA. Of mens en neanderthaler regelmatig seks hadden of incidenteel is echter niet uit het onderzoek op te maken.

Waarom de neanderthaler uiteindelijk is uitgestorven is nog onduidelijk. Klimaatveranderingen en concurrentie van de geavanceerdere Homo sapiens speelden hierbij een rol, maar die laatsten namen dus niet in één klap neanderthaler-territorium over.

Bronnen:
ReactiesReageer