Naar de content

Nieuwe methode biedt zicht op medicijnen voor vijf ‘harde noten’

Medicijnen ontwikkelen voor hersenziekten

Michael Mees

Hersenziekten scoren in de overlijdensstatistieken ver onder kanker en hart- en vaatziekten. Daardoor wordt de impact van aandoeningen aan de hersenen nogal eens onderschat. De invloed op kwaliteit van leven, de behandelkosten en het ziekteverzuim als gevolg van ziektes als depressie, epilepsie, autisme en schizofrenie is echter immens.

Vijf stappen naar betere medicijnen tegen hersenziekten

5) Een werkzaam medicijn voor een muis is niet automatisch hetzelfde als voor een mens. Nu zoekt de onderzoeker uit of het medicijn in mensen hetzelfde zou doen. Pas dan is het medicijn klaar voor een klinische test.

Naast een onderschatte maatschappelijke impact hebben hersenziektes als depressie, epilepsie, autisme en schizofrenie nog iets met elkaar gemeen: er bestaat geen medicijn tegen.

Maar dat gaat veranderen, als het aan het onderzoeksconsortium NeuroBasic ligt. Zij ontwierp een methode waardoor je adequaat en gericht een stof kunt ontwikkelen die epileptische aanvallen onderdrukt of schizofrenie bestrijdt.

Het grote probleem bij hersenziektes tot nu toe was dat medicijnen op geen enkele manier te testen waren. De geschiedenis telt tal van ethisch onverantwoorde experimenten waarin mensen als proefkonijn werden gebruikt.

In de farmacologie is het testen op proefdieren de regel, maar omdat niemand kon vertellen of een muis schizofreen is of niet – laat staan schizofrenie bij muizen kon veroorzaken – was het ontwikkelen van een medicijn voor een hersenziekte een hachelijke onderneming.

Gedrag

“In een voorloper van NeuroBasic, hebben we een methode ontwikkeld om muizen heel specifiek dát genetische defect te bezorgen dat bij mensen tot een hersenziekte leidt”, vertelt programmadirecteur en hoogleraar Neurowetenschappen Chris de Zeeuw.

“Vervolgens hebben we heel nauwkeurig vastgelegd hoe een muis zich afwijkend gedraagt bij de verschillende hersenziekten. Dat is nodig. Bij ziekten als kanker of hart- en vaatziekten kun je vaak op cellulair niveau zien wat er mis is, en of je geneesmiddel iets heeft gedaan. Bij hersenziekten moet je dat afleiden uit het gedrag van het proefdier.”

Om het muisgedrag te kunnen vastleggen was veel innovatie nodig: een methode om naar behoefte genen aan of uit te kunnen zetten, testjes die zorgvuldig meten in hoeverre een proefdier lijdt aan de aandoening die door de genetische mutatie zou moeten zijn veroorzaakt, en een registratiesysteem dat van honderden muizen tegelijk het gedrag kan vastleggen en analyseren.

Werkzame stoffen

NeuroBasic startte met iets wat nog geen wetenschappelijk onderzoeker eerder had gehad: een proefdiermodel waarop je kan testen. De Zeeuw: “Nederland was de enige locatie waar je zoveel wetenschappers van zoveel verschillende disciplines dicht bij elkaar hebt. Er zitten mensen tussen met veel verstand van gedrag, van hersenen, zenuwen, het limbische systeem, van software, van techniek om in hoog tempo muizen te screenen zonder stress te veroorzaken. Elders in de wereld krijg je die expertise niet voldoende bij elkaar; niet in de academische wereld en niet bij de farmaceutische industrie.”

Het was een begin. Met een zieke muis in de hand was de grote uitdaging binnen NeuroBasic om werkzame stoffen te ontwerpen voor medicijnen. Daarna volgde de test op proefdieren, en werd duidelijk 
of een beoogd medicijn ook doet wat het moet doen. De volgende stap was om duidelijk te
 krijgen waarom het medicijn bij de muis wel of 
niet werkte; en soms moesten de onderzoekers terug naar de tekentafel.

Vijf harde noten

De laatste stap voor de klinische tests begonnen, was misschien wel de spannendste. Want een epileptische muis kunnen behandelen is één ding. Maar of het middel ook bij mensen werkt, is altijd nog maar de vraag.

“We lijken op muizen. Maar we hadden al eerder gezien dat ook al grijpt een middel in op de synthese van één bepaald eiwit en is die synthese bij de muis gelijk aan die bij de mens, er zijn toch verschillen in wat het lichaam doet met een medicijn, of met het eiwit”, stelt De Zeeuw.

In de online uitgave ‘De volgende generatie medicijnen voor hersenziekten’ lees je alles over de zoektocht binnen Neurobasic naar nieuwe medicijnen voor ingewikkelde hersenziekten. Klik op de afbeelding om te openen (nieuw venster).

Daarom blijft het spannend tot de laatste klinische trials zijn afgerond. De Zeeuw acht de kans echter groot dat NeuroBasic niet alleen het proefdieronderzoek naar een nieuw niveau heeft getild, maar dat het ook medicijnen gaat opleveren tegen autisme, neurofibromatose (het erfelijk onvermogen neurofibromine aan te maken, met zeer uiteenlopende kenmerken, variërend van café-au-lait-vlekken tot leerproblemen), tubereuse sclerose (een mutatie, met uiteenlopende gevolgen zoals epilepsie, autisme, een verstandelijke handicap, huidaandoeningen en nieraandoeningen.), epilepsie en schizofrenie: vijf harde noten om te kraken voor de farmaceutische industrie. De symptomen daarvan waren soms wel te onderdrukken, maar niet zonder nare bijwerkingen.

ReactiesReageer