Naar de content

Nobelprijs voor de Vrede voor strijd tegen onderdrukking

De Nobelprijs voor de Vrede 2014 gaat naar twee personen: de Pakistaanse Malala Yousafzai en de Indiër Kailash Satyarthi. Ze krijgen de prijs voor hun strijd tegen de onderdrukking van jongeren en voor het recht van alle kinderen op onderwijs.

Malala Yousafzai (1997) is de jongste Nobellaureaat aan wie de prijs ooit is uitgereikt. In haar geboorteland Pakistan zette zij zich in voor het recht van meisjes op onderwijs. In 2009, toen Malala pas elf jaar oud was, werd ze wereldwijd bekend door haar anonieme ‘dagboek’ op de website van de BBC. Daarin beschreef ze de gewelddadigheden van de Taliban in de Swatvallei, een gebied in het noorden van Pakistan. De Taliban had toen al tientallen meisjesscholen vernietigd.

Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Malala Yousafzai (1997).

wikimedia commons

Volgens de conservatieve leiders worden vrouwen niet geacht zichzelf educatief te ontwikkelen of hun mening kenbaar te maken. Het dagboek, en ook haar herhaaldelijke oproepen voor het recht op onderwijs voor meisjes, viel dan ook vanaf het begin verkeerd bij de machthebbers van de Taliban. Malala en haar familie ontvingen regelmatig doodsbedreigingen. Ondanks de bedreigingen bleef ze zich uitspreken voor vrouwenrechten en tegen het extremisme van de Taliban.

Toen het Pakistaanse leger in mei 2009 de Swatvallei heroverde en de identiteit van Malala bekend werd kwam ze internationaal in de schijnwerpers te staan als icoon voor de verdediging van vrouwenrechten. Sindsdien kreeg ze al diverse prijzen uitgereikt, waaronder de Internationale Kindervredesprijs in 2012 en de prestigieuze Europese Sacharovprijs voor de Vrijheid van Meningsuiting in 2013.

Haar strijd kostte Malala in 2012 bijna het leven. Toen ze een schoolbus uitstapte werd ze door een Taliban-aanhanger om haar naam gevraagd en vervolgens drie keer in haar hoofd geschoten. Door specialistische behandeling in Pakistan en later in Engeland overleefde ze de aanslag. Tegenwoordig woont Malala in Engeland, waar ze veilig is voor de Taliban.

In Pakistan is Malala, ondanks de verminderde invloed van de Taliban, niet bij iedereen even populair. Velen in het conservatieve land zien haar als verrader, een door de CIA gesponsorde agent die erop uit is het imago van Pakistan in het buitenland te verstieren.

Kashmir

Malala deelt haar Nobelprijs met de veel minder bekende Indiase mensenrechtenactivist Kailash Satyarthi. Sinds de jaren tachtig zet hij zich in het bijzonder in tegen kinderarbeid in de Indiase industrie. Buiten India is hij actief in organisaties die Westerse consumenten bewust maken van uitbuiting van kinderen in de Indiase (textiel)industrie. Evenals Malala heeft Kailash Satyarthi al vele internationale prijzen ontvangen. En nu dus ook een Nobelprijs, misschien wel het hoogst haalbare.

Het is niet toevallig dat het Nobelcomité heeft besloten de Vredesprijs toe te kennen aan een Pakistani en een Indiër, een moslim en een hindoe. Pakistan en India, twee nucleair bewapende militaire grootmachten, hebben sinds beide landen in 1947 onafhankelijk werden van Groot-Brittanië in 1947, een conflict over de provincie Kashmir. De spanningen leken recentelijk tot rust te komen, maar juist in de afgelopen weken laaide het geweld langs de omstreden grens weer op. Het Nobelcomité wees op het belang voor zowel hindoe’s als moslims om gezamenlijk te strijden tegen extremisme en vóór educatie.

ReactiesReageer