Naar de content

Pentagon onderzocht impact kernoorlog

Wikimedia Commons, vrijgegeven in het publieke domein

Uit voorheen zeer geheime documenten blijkt dat tussen 1957 en 1963 het Amerikaanse leger in het diepste geheim en uiterst serieus de consequenties van een kernoorlog met zowel de Sovjet-Unie als China onderzocht. Tot 1962 zou de VS, ondanks de enorme wederzijdse vernietiging, als ‘winnaar’ uit de bus komen. Daarna verdween dat strategische voordeel.

In de vroege ochtend op 20 juli 1961, terwijl de Koude Oorlog-spanningen tussen de VS en de Sovjet-Unie hoog opliepen als gevolg van de Berlijncrisis, kreeg president Kennedy een rapport onder ogen. Het rapport kwam van een kleine, ultrageheime groep die opereerde onder de naam ‘Net Evaluation Subcommittee’ (NESC). Al sinds 1957 onderzocht de werkgroep in opdracht van het Witte Huis de gevolgen van een wereldwijde nucleaire oorlog.

In het rapport dat aan Kennedy werd overhandigd stonden zeer schokkende cijfers. In het scenario waarbij een nucleaire oorlog zou beginnen met een verassingsaanval door Russische kernonderzeeërs op Amerikaanse luchtmachtbases zouden 71 miljoen Amerikanen ‘direct’ sterven. De levensgevaarlijke ‘fallout’, radioactief stof dat neerdaalt na een kernexplosie, zou grote, dichtbevolkte delen van het land bedekken. Door de onvermijdelijke Amerikaanse nucleaire tegenaanval zouden binnen een maand 69 miljoen Sovjetburgers en mogelijk 79 miljoen Chinezen sterven. “En wij noemen onszelf een menselijk ras,” verzuchte Kennedy tegen zijn minister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk, toen hij het rapport weglegde.

De NESC en hun jaarlijkse analyses waren jarenlang uiterst geheim. Onlangs zijn samenvattingen van de zeer uitgebreide rapporten (gedeeltelijk) vrijgegeven aan het publiek. Ze geven een inkijkje in hoe serieus de Amerikanen de mogelijkheid van een vernietigend nucleair conflict met de Sovjet-Unie tijdens de Koude namen. Overigens onderzocht de NESC niet alleen scenario’s waarin het de Sovjet-Unie was de eerste klap uitdeelde. Scenario’s waarin de VS als eerste zijn kernraketten ‘preventief’ de lucht in stuurden werden evengoed geanalyseerd. De VS hielden er dus wel degelijk rekening mee dat ze zelf wel eens als eerste konden toeslaan.

Vietnamoorlog

De scenario’s voor een mogelijke kernoorlog werden vaak gebaseerd op reeële omstandigheden. In het rapport van 1962 ging de NESC uit van een kernoorlog die zou uitbreken in 1965, als gevolg van een ‘lokaal conflict in Zuidoost-Azië’ (de in 1957 uitgebroken Vietnam-oorlog), waarbij communisten uit Noord-Vietnam met hulp van Moskou en Beijing heel Zuid-Vietnam onder de voet zou lopen.

De Amerikaanse luchtmacht zou aanvallen uitvoeren en daarbij belaagd worden door Chinese en Russische MiG’s. Lanceerinrichtingen voor raketsystemen zouden in hoge staat van paraatheid worden gebracht. Moskou zou dit verwarren met voorbereiding op een aanval en zou preventief kiezen voor de nucleaire verrassingsaanval. Met miljoenen doden als gevolg.

Raket gelanceerd vanuit een onderzeeër.

Wikimedia Commons, vrijgegeven in het publieke domein

De analyses van de NESC waren een initiatief van Kennedy’s voorganger; president Dwight D. Eisenhower (1953-1961). Eisenhower, tijdens de Tweede Wereldoorlog de hoogste commandant van de geallieerde troepen tegen Nazi-Duitsland, was er altijd van overtuigd dat een conflict tussen de VS en de Sovjet-Unie op een kernoorlog zou uitlopen. Dat moest tegen elke prijs door de VS gewonnen worden. De Russen maakten mogelijk dezelfde analyses, en zo lang de VS daar als sterkste uitkwam zouden die een nucleaire confrontatie wellicht niet aandurven.

De SS-15 was een van de eerste mobiele lanceersystemen voor langeafstandsraketten van de Sovjet-Unie.

wikimedia commons

Voordeel verdween

In de eerste rapporten eind jaren vijftig kwamen de VS als ‘winnaar’ uit de bus. De wederzijdse vernietiging zou immens zijn, maar in termen van de verbazingwekkend nuchtere NESC-cijfers zou de VS als sterkste uit een nucleair conflict komen: De Amerikaanse kernkoppen zouden meer menselijke en materiële schade aan de Russen kunnen toebrengen dan andersom. Dat bleef zo tot 1962, het jaar waarin de Cubacrisis de twee grootmachten dicht bij een openlijke confrontatie bracht.

In de NESC-analyse van 1963 was het Amerikaanse voordeel verdwenen. ‘Zowel de VS als de Sovjet-Unie kunnen een nucleair conflict niet zonder aanzienlijke schade overleven,’ concludeerde men toen. Dat kwam vooral door de snelle toename van het aantal langeafstandsraketten (ICBM’s) in de Sovjet-Unie die kernkoppen in de VS konden afleveren. De vernietiging aan Amerikaanse zijde zou even groot zijn als die aan Russische zijde, zelfs als de VS hun kernwapens als eerste zouden lanceren. In het geval van een nucleair conflict zou de VS dus niet langer in het voordeel zijn, en het leek er ook niet op dat dit ooit weer het geval zou worden. Het afschrikeffect waar de eerste naoorlogse presidenten tegen de Sovjet-Unie op inzetten was niet langer bruikbaar.

Het rapport uit 1963 was ook meteen de laatste. Waarom de NESC ermee stopte is niet precies duidelijk. Mogelijk zetten de rapporten, allemaal even vol met gruwelijke cijfers over dood en vernietiging, Kennedy er toe aan de NESC opdracht te geven zich meer te richten op diplomatiek crisismanagement en het indammen van de wapenwedloop met Moskou. Dat soort rapporten verschenen nog wel in 1964 en 1965. Na 1963 werd een kernoorlog voor Washington iets dat ten alle tijden voorkomen moest worden.

De uitgebreide samenvattingen van de voorheen zeer geheime NESC zijn online te lezen op de website van het National Security Archive, een project van de George Washington University in Washington D.C.

ReactiesReageer