Naar de content

Stille notulist ontmaskert leugenaar

flickr.com

De aanwezigheid van een tweede interviewer – ook al zit deze stilzwijgend aantekeningen te maken – heeft een sterke invloed op het verloop van een verhoor. Door deze ‘tweede man’ strategisch in te zetten, kunnen leugenaars beter worden onderscheiden van onschuldige verdachten. Resultaten die wellicht ook interessant zijn buiten gerechtelijk onderzoek; wanneer je iemand eens stevig wilt interviewen, bijvoorbeeld.

Inspecteur Stabler uit de Amerikaanse misdaadserie Law & Order voelt een verdachte eens goed aan de tand flickr.com

Een rechercheur die met een rood aangelopen gezicht en op dreigende toon een verdachte verhoort. Taferelen uit Amerikaanse tv-series, waarbij intimidatie het middel is om de waarheid zo snel mogelijk boven water te halen.

In werkelijkheid gaat dit er heel wat rustiger aan toe: de verdachte neemt plaats aan tafel en krijgt vaak twee agenten tegenover zich, van wie de eerste de vragen stelt en de tweede vaak in stilte observeert en aantekeningen maakt.

Hoe effectief is deze opstelling eigenlijk? Heeft de houding van deze ondersteunende tweede man invloed op het verloop van het verhoor? En zo ja, hoe kunnen we het maximale uit deze opstelling halen – oftewel: zo snel mogelijk ontdekken of de verdachte de waarheid spreekt of liegt? Dit vroegen leugendetectie-experts Samantha Mann en Aldert Vrij van de Universiteit van Portsmouth zich af.

De officiële rol van de notulist.

flickr.com

Een hulpvaardige houding

Uit eerder onderzoek weten we al dat mensen die de waarheid spreken meer details delen dan leugenaars, maar voornamelijk wanneer de tweede interviewer ‘hulpvaardig’ overkomt en veel minder wanneer hij zich neutraal houdt, of zich zelfs achterdochtig opstelt.

Hoe leugenaars reageren op een hulpvaardige houding, was nog niet getest. Hoogstwaarschijnlijk precies omgekeerd, voorspelde Mann. Deze verdachten komen namelijk juist voor een dilemma te staan: hoewel ze worden aangemoedigd om in detail te treden, willen ze dit juist niet. Eén verkeerde opmerking en ze vallen door de mand.

Daarnaast verwachtte Mann dat leugenaars zich waarschijnlijk schuldig voelen over hun misleiding, waardoor ze extra ongemakkelijk zullen worden van deze vriendelijke benadering. Ook verwachtten de onderzoekers nonverbale aanwijzingen van misleiding: dat leugenaars opzettelijk meer oogcontact maken met de tweede interviewer dan waarheidsvertellers. Niet alleen omdat ze meer moeite doen ook deze persoon te overtuigen van hun verhaal, maar tevens om te peilen of ze wegkomen met hun bedenksels.

Uitwijden over de baas

Om deze aannames te testen, verzamelden Mann en Vrij 126 proefpersonen, die allemaal drie dagen de tijd kregen om zich voor te bereiden op een drie kwartier durend verhoor over óf hun echte baan, óf een fictieve baan. Over de opstelling van de verhoorders werd niets verteld.

Een aardig realistische proefopzet, vond Mann. Als je in het echte leven bijvoorbeeld verdacht wordt van criminele activiteiten, probeer je de politie ook te overtuigen van een andere dagbesteding.

Tijdens het verhoor was de houding van de vrouwelijke interviewer bij iedereen hetzelfde, maar varieerde de houding van de mannelijke notulist tussen hulpvaardig, neutraal of regelrecht achterdochtig. Proefpersonen kregen vragen als “Als ik een dagje mee zou lopen op je werk, wat zou je me dan leren?” of “Kan je me iets vertellen over het karakter van je baas?”

Stille kracht

De verwachtingen van Mann kwamen gedeeltelijk uit: de notulist beïnvloedde het gedrag van de deelnemers sterk, hoewel zij zich nauwelijks leken te interesseren voor zijn aanwezigheid. De groep deelnemers die vertelde over hun eigen baan deelde inderdaad veel meer details dan de selectie die uitwijdde over fictieve werkzaamheden, maar alleen wanneer de notulist hulpvaardig was. Op basis hiervan was de interviewer beter in staat om de verklaringen als oprecht of leugenachtig te herkennen.

Ondanks deze sterke invloed leken alle deelnemers nauwelijks oog te hebben voor deze zwijgzame tweede man: in slechts tien procent van de tijd keken ze in zijn richting. Ook leugenaars zochten dus geen bevestiging bij hem, in tegenstelling tot wat Mann had voorspeld. Daarom concludeert Mann dat de tweede man een nog ‘stillere kracht’ is dan gedacht.

Mentaal spelletje

Politiekorpsen zouden mogelijk dus winst kunnen behalen met een strategische opstelling van de ondersteunende agent die aan de oppervlakte een simpele notulist lijkt, maar stiekem een mentale druk kan uitoefenen op de verdachte.

Dit psychologische spelletje kan leugenaars misschien wel beter onderscheiden van onschuldigen dan wanneer je – zoals op tv – probeert te intimideren, concludeert Mann. Deze aanname moet alleen nog wel even worden getest door echte agenten die getraind zijn in het verhoren van echte verdachten.

Maar ook buiten de politiesferen komen deze tips van pas, denken de onderzoekers. Als je een geïnterviewde eens stevig aan de tand wil voelen, moet je voor wat extra natuurlijk overwicht gewoon een collega naast je zetten. Deze persoon hoeft over geen enkele vaardigheid te beschikken – hij hoeft immers geen woord te zeggen – maar zorgt toch voor natuurlijk overwicht. Hierdoor kom je wellicht sneller tot de kern van je discussie, zonder dat je als interviewer een lastige strategie uit de kast hoeft te trekken om je gesprekspartner klem te zetten. Een gebruikersvriendelijke verhoortechniek dus, zo’ n tweede man.

Bron:
  • Samantha Mann, Aldert Vrij, ea: Two head are better than one? How to effectively use two interviewers to elicit cues to deception, Legal & Criminological Psychology (september 2013) DOI:10.1111/j.2044-8333.2012.02055.x
ReactiesReageer