Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Stop! Vakantie!

Will Cooke via Flickr CC BY-ND 2.0

Eén van de lastigste dingen van onderzoek doen, vind ik om ermee te stoppen. “Ah fijn, vijf uur! Ik mag eindelijk naar huis” zul je mij vrijwel nooit horen zeggen. Dat komt omdat ik chemie heel erg leuk vind. En juist onderzoek erin doen, maakt het nog leuker. Chemisch onderzoek doen is afwisselend, uitdagend, zelfs spannend. Je werkt immers aan iets onbekends. Je doet experimenten die nog nooit iemand eerder heeft gedaan. Je bent de eerste en (hopelijk) enige op de hele wereld!

Maar hoe kan onderzoek doen nu zo spannend zijn? Je volgt toch een plan, een onderzoeksvraag? Je hebt inderdaad bepaalde verwachtingen van elk nieuw experiment. Maar toch weet je van tevoren niet zeker of het gaat werken. Als je dat namelijk al zou weten, zou je het experiment niet hoeven doen. Dan is het ook geen onderzoek. Dus blijft onderzoek doen voor mij toch altijd een beetje spannend.

Zuurkast vol privearchief Dowine de Bruijn

Opwindend onderzoek

Oh, stel je toch eens voor dat juist het experiment van vandaag gaat werken! Dat je na maanden van proberen een oplossing vindt voor een deelvraag van je onderzoek! Dan ben je weer een stapje verder! Helaas is het best vaak zo dat een experiment niet werkt. Dat hoort ook bij onderzoek doen. Maar juist dan moet je je niet uit het veld laten slaan. Een goede onderzoeker geeft niet snel op. Je kan namelijk een heleboel kleine aanpassingen doen aan een experiment. Je kan de temperatuur veranderen, of de katalysator, of het oplosmiddel. Zou het dan deze keer wel werken? Wie weet?! Snel proberen! Zo is het ineens weer opnieuw spannend!

Dat maakt het is lastig om te stoppen. Omdat het zo leuk is, maar ook omdat het nooit af is. Als een experiment niet werkt, is er altijd weer iets nieuws dat je kan proberen. En als het experiment wel werkt, vloeien er weer tientallen nieuwe vragen uit de oplossing die je hebt gevonden. Wetenschappelijke onderzoeksvragen zijn namelijk zo opgesteld, dat het bijna onmogelijk is om één antwoord op te geven. Niet van “hoeveel is 1+1?”. Dan is het antwoord “2” en ben je klaar.

Nee, wetenschappelijke onderzoeksvragen zijn weliswaar specifiek (om niet te groot te worden) maar er zijn wel vaak meerdere antwoorden goed. “Is het mogelijk om om met metaalkatalysatoren in bacteriën nieuwe antibiotica of medicijnen te ontwikkelen?” Ja, dat is waarschijnlijk mogelijk. En wel op duizenden verschillende manieren. Met honderd verschillende katalysatoren en twintig verschillende metalen. In tientallen verschillende bacteriën, bij oneindige veel verschillende temperaturen en oplosmiddelen. En voor nog veel meer verschillende antibiotica.

Zuurkast leeg: even vakantie privearchief Dowine de Bruijn

Dus wanneer ben je dan klaar met onderzoek? Ben je klaar als je een oplossing hebt gevonden voor de onderzoeksvraag? Of moet je doorgaan tot je nog een betere oplossing hebt gevonden? Of misschien is er wel geen betere oplossing? Wie zal het zeggen? Niemand weet het, want het is nooit eerder onderzocht.

Gelukkig zit aan een PhD een termijn van vier jaar. Ook al heb je nog lang niet alle antwoorden gevonden, na vier jaar is het de bedoeling dat je alles opschrijft wat je wél hebt gevonden. Dan kan iemand anders er weer mee verder.

Will Cooke via Flickr CC BY-ND 2.0

Zo stopt onderzoek eigenlijk nooit. Het staat alleen soms eventjes stil. Bijvoorbeeld wanneer het vakantie is, zoals nu. Dan staan alle katalysatoren en bacteriën eventjes drie weken op mij te wachten. Na de vakantie ga ik gewoon weer verder waar ik gebleven was. Want stoppen? Ho maar!

ReactiesReageer