Naar de content

Te veel aan je hoofd

Cortisol is nodig om stressvolle situaties het hoofd te bieden. Maar giert het stress-hormoon te lang door onze aderen, dan ondermijnt het juist dat hoofd. Met vergeetachtigheid en depressiviteit tot gevolg.

Spaanse onderzoekers toonden onlangs aan dat de hoeveelheid cortisol de pan uit rijst bij mannen die alleen worden gelaten met een knappe, jonge vrouw. Acuut verhoogd cortisol zorgt ervoor dat je beter met spannende situaties om kunt gaan; hoe onvoorspelbaarder en onbeheersbaarder de omstandigheden zijn, des te hoger is de cortisolafgifte. Het is de spil van het stresssysteem. “Aan het begin van het leven wordt al geprogrammeerd hoe je later met stress zult omgaan”, vertelt emeritus prof.dr. Ron de Kloet (Neurofarmacologie). Hij heeft veel onderzoek aan het stresssysteem van ratten gedaan. “Ratten die vroeg bij hun moeder zijn weggehaald reageren later heftiger bij stressvolle gebeurtenissen. Dat hoeft niet slecht te zijn, soms kan dat juist gunstig zijn omdat je weerbaarder bent in moeilijke situaties. Maar als je als rat in een saaie kooi in een laboratorium leeft, is een overmatige stressreactie niet nuttig. Dat geldt ook voor mensen: als bergbeklimmer heb je veel aan stresshormonen, als bankbediende kun je er last van krijgen.”

Syndroom van Cushing

Cortisol is een hormoon dat door de bijnieren wordt geproduceerd. Het heeft effecten op allerlei organen. In de spieren zorgt het bijvoorbeeld voor de omzetting van eiwitten in suikers. Die kan het lichaam meteen gebruiken om voor een wild dier te vluchten, een vliegtuig aan de grond te zetten of een vrouw te versieren. Cortisol onderdrukt verder de afweer en heeft effecten op de hersenen. “Cortisol stimuleert de opslag van herinneringen”, vertelt De Kloet. “Omdat het vrijkomt bij stressvolle en emotionele gebeurtenissen onthoud je die goed. Je slaat ook op hoe je je úit die toestand redt. Als je een volgende keer iets soortgelijks meemaakt, kun je er daardoor beter mee omgaan.”

Cortisol is dus functioneel in allerlei psychische of lichamelijk uitdagende situaties. Maar ook hiervoor geldt: te veel is niet goed. Bij mensen met het syndroom van Cushing is dat precies het probleem. Ze hebben een tumor waardoor er te veel cortisol gemaakt wordt. Dat kan komen door een woekering van bijniercellen. Maar vaak is een tumor in het hoofd de boosdoener. De hypofyse maakt namelijk een stof die de bijnieren tot productie van cortisol aanzet.

Boodschappenlijstje

“Het syndroom van Cushing is een uniek, fascinerend model om de effecten van cortisol te bestuderen”, zegt prof.dr. Hans Romijn (Endocrinologie), die het onderzoek samen met collega dr. Alberto Pereira Arias doet. “Een te hoog cortisolgehalte in het bloed zorgt voor ernstige symptomen zoals verlies van spierkracht, een verstoorde vetverdeling en psychische stoornissen.” De ziekte van Cushing is bij de meeste patiënten goed te behandelen door de tumor te verwijderen. De cortisolspiegel normaliseert zich dan weer. Toch blijven mensen vaak klachten houden, zag Romijn bij zijn patiënten. Daarom startte hij een onderzoek. De deelnemers —die al zo’n tien jaar genezen waren van de ziekte— werden door psycholoog Jitske Tiemensma (Endocrinologie) getest. Zo’n 60 procent van de deelnemers meldde spontaan in het dagelijks leven geheugenproblemen te hebben. Ze maakten nu bijvoorbeeld gebruik van een boodschappenlijstje, terwijl ze dat voorheen niet nodig hadden.

Uit dit psychologisch onderzoek bleek dat de geheugenfunctie en besluitvaardigheden van voormalig Cushingpatiënten slecht waren in vergelijking met andere personen van dezelfde leeftijd, geslacht en opleiding. De onderzoekers denken dat dit een gevolg is van het teveel aan cortisol waarmee ze te kampen hebben gehad, aangezien andere hormonen niet verstoord zijn bij de ziekte van Cushing. Cortisol brengt hersencellen blijkbaar schade toe die zich niet meer herstelt, schrijven de onderzoekers in The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism. Tiemensma won met een presentatie van deze studie de prestigieuze Young Investigator Award op het recente European Congres of Endocrinology.

Twee personen in een supermarkt bij het schap met de eieren.

Mensen met de ziekte van Cushing hebben een te hoog cortisolgehalte. Na behandeling normaliseert de cortisolspiegel, maar houden patiënten vaak klachten. Zo kunnen zij bijvoorbeeld geen boodschappen meer doen zonder boodschappenlijstje.

Wikimedia Commons

De Kloet zag bij ratten een zelfde effect van het stresshormoon. “Op korte termijn helpt cortisol om informatie vast te leggen, maar veel cortisol gedurende langere tijd beschadigt juist de hersencellen in de hippocampus, die belangrijk zijn voor het geheugen. Op jonge leeftijd kunnen ze zich nog wel herstellen, maar op latere leeftijd worden de hersenen minder kneedbaar en zijn de gevolgen blijvend”, aldus De Kloet.

Ongunstige vetstofwisseling

Romijn wijst op de implicaties van deze ontdekking. “Chemische varianten van cortisol, corticosteroïden zoals prednison, worden veel gebruikt bij ziekten als astma en kanker. Uit ons onderzoek blijkt dat cognitieve stoornissen een nog miskende, maar onomkeerbare bijwerking vormen van corticosteroïden. Het gebruik ervan moet niet gestaakt worden”, aldus de endocrinoloog, “maar voor- en nadelen moeten wel goed afgewogen worden.”

Een teveel aan cortisol kan ook gevolgen hebben voor iemands psychische gesteldheid. Dr. Gerthe Veen (Psychiatrie) promoveerde eind april op onderzoek naar de invloed van het stresshormoon op depressie en angststoornissen. “Chronisch verhoogd cortisol in het bloed kan leiden tot deze psychische stoornissen. We zagen in ons eigen onderzoek bij een aantal psychiatrische patiënten ook een te hoog cortisolgehalte in het speeksel, maar bij een ander deel van de patiënten was het cortisolgehalte juist te laag”, vertelt Veen. “Misschien gaat een te hoog cortisolgehalte bij een langdurige depressie of angststoornis, of als zo’n psychische stoornis verergert, juist over in een te láge hoeveelheid cortisol. Wat de meest effectieve behandeling voor iemand is hangt wellicht af van zijn cortisolspiegel”, aldus de psychiater. Zij hoopt dat er in de toekomst in de psychiatrische praktijk meer aandacht zal zijn voor de rol van cortisol bij de diagnostiek en behandeling van depressie en angststoornissen.

Traumatische ervaring

Een depressie is een lichamelijke aandoening die leidt tot beschadiging van hart, bloedvaten en afweersysteem, luidt een stelling bij het proefschrift van Veen. Ook hierbij is cortisol de verbindende factor, denkt ze. Cortisol remt de afweer, en om die reden wordt het ingezet bij aandoeningen waarbij het immuunsysteem getemperd moet worden, licht de promovenda toe. “Verder zagen we bij patiënten met een te hoog cortisolgehalte een ongunstige vetstofwisseling. Daarvan is bekend dat die de risico’s op hart- en vaatziekten vergroot.” De Amsterdamse promovenda Nicole Vogelzangs toonde onlangs een verband aan tussen buikvet en depressiviteit bij ouderen. Ook hierbij zou cortisol de centrale speler zijn, die naast depressiviteit de opslag van vet in de buikholte stimuleert.

De kennis over het effect van cortisol op het geheugen kan van nut zijn bij het kwijtraken van nare herinneringen. “In de psychiatrie worden al middelen toegepast die de effecten van traumatische ervaringen kunnen verminderen”, vertelt De Kloet. Je hoeft die niet per se direct na een traumatische ervaring te geven. “Door iemand zijn ervaring te laten herbeleven en op het juiste tijdstip blokkers van cortisol te geven, kun je herinneringen laten uitdoven. Dat vakgebied staat wel nog in de kinderschoenen.”

Dit artikel is een publicatie van Cicero (LUMC)