Naar de content

'Uw lipjes mals en rood'

Vieze liedjes uit de 17e en 18e eeuw

Uitgeverij Vantilt

Porno iets van onze tijd? Vergeet het maar. Het was schunnigheid troef in vroegere tijden. Deze week verscheen hier een mooi voorbeeld van: het boek Vieze liedjes uit de 17e en 18e eeuw. Bijna honderd liedjes zijn geselecteerd en voorzien van zeer interessant commentaar op het seksleven van onze voorouders.

Natuurlijk waren er geen pornofilms in de Gouden Eeuw en ook internet bestond nog niet. Maar seks was overal. In liedjes, theater, boeken en op schilderijen. Het stond allemaal bol van de symboliek.

Vogels bijvoorbeeld verwezen naar seks: het woord vogelen betekende, plat gezegd, neuken. Vogels in kooitjes, lege vogelkooitjes, vogels hangend aan een stok; Ze staan synoniem voor ‘nog geen seks gehad’, ‘wel seks gehad’ en ‘hem niet omhoog kunnen krijgen’. Niet verrassend dat er voor de mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen ook duizend-en-één synoniemen zijn.

Gevogel

Ook in liedjes werd volop gevogeld. Hoewel dit ons misschien wat plat in de oren klinkt, waren deze liedjes bedoeld voor alle lagen van de bevolking. De verschijningsvorm van de liederen verschilde wel. Voor de elite waren er dure, luxe uitvoeringen, inclusief afbeeldingen en noten voor de melodie. Maar ook Jan met de pet kon op straat voor een appel en een ei een vel vol dubbelzinnige liedjes kopen of goedkoop geproduceerde liedboekjes.

De dubbele melking
‘t Jonge wijf van oude Willem-maat,
zo dikwijls als zij melken gaat
en trekt de koeien bij de speen,
zegt gestaag met zuchten en geween:
‘Dit melken gaat zijn oude gang,
ik melk schier al (zowat) mijn leven lang
en trek al wat ik trekken kan,
daags aan de koe, ‘s nachts aan de man.
Maar dit is ‘t hartzeer dat ik lij’:
de koe die geeft meer voer als hij.
Almanach a la Figaro (1789)

Liedjes zingen en muziek maken waren een belangrijke vorm van entertainment. Stedelingen, boeren en buitenlui, en vrouwen waarschijnlijk net zo enthousiast als mannen, zongen de schunnige liedjes. Overdag of ‘s avonds, op feesten en partijen, in de kroeg en onder vrienden. Maar het meest populair waren ze onder de jonge stedelingen. In de liedjes van de elite kwamen vaak hitsige boeren en boerinnen langs: zo kon de elite besmuikt lachen om een groep waar ze zichzelf boven vond staan.

Fantasie

De liedteksten winden er geen doekjes om. Vrouwen hebben bijna altijd zin, hoewel niet altijd in eerste instantie, en nemen ook regelmatig zelf het initiatief. Eén keer is dan niet genoeg; de dames willen wel driemaal bevredigd worden.

De auteurs van de liedjes zijn vaak anoniem en diegene die zijn naam erboven zette, was man. Dat de liedteksten lijken voort te komen uit de mannelijke fantasie, is daarom niet geheel toevallig…

Vrouwenemancipatie is hier dus niet aan de orde. Het gaat niet om vrijgevochten vrouwen uit het echte leven, die het initiatief nemen voor een stevig potje seks (met een onbekende passant…). Het draait om een opwindende fantasie en daar komen vaak gewillige vrouwen in voor.

Lachen, gieren, brullen

De liedteksten zijn volgens een vaste culturele traditie geschreven en bevatten vaak dezelfde elementen. Zo halen de auteurs regelmatig metaforische beroepen aan (‘de metselaar stopt de scheur’/ ‘de visser vist in de vijver’), drijven ze de spot met minnaars die enorm in leeftijd verschillen en laten ze geile geestelijken door de mand vallen. Deze laatste groep van nonnen en priesters werd ook na de Reformatie nog regelmatig van onkuisheden beticht in liedjes.

Ongeruste Kristijntje
‘Och, och,’ sprak Krisje, ‘waar wil ‘t henen?
Het haar groeit tussen mijne benen.
Zal dat nog verder gaan, o jee
zal ‘k haast zo ruig als Esau* zijn
en dan zal niemand met mij trouwen,
want wie houdt van ruige vrouwen?
Een vrouw moet wezen blank en glad
maar ik, helaas, krijg haar aan ‘t gat!’

Het reukwerk van Venus (1750)
*behaard Bijbels personage

De liedjes geven een mooi inkijkje in het seksleven van honderden jaren geleden. Mensen blijven mensen en voyeurisme was ook in die tijd een veel voorkomende fantasie. De glurende mannen zagen voor de huidige lezer soms verrassende zaken. Zo ontdoet een begluurde vrouw in vol zicht haar schaamhaar van vlooien en luizen.

Schaamhaar is trouwens ook een terugkerend element in vieze liedjes. De dames waren hier druk mee bezig. Scheren ja of te nee, laten krullen of juist in staartjes… In de pruikentijd kwam zelfs de poederkwast om de hoek kijken en natuurlijk ook in suggestieve zin.

Geen schaamte

De dominees vonden al deze viezigheid maar niets en waarschuwden voor Gods toorn. Zij zagen geslachtsziektes, waaronder het vaak dodelijke syfilis, als straf. Maar hoewel er ook moralistische en waarschuwende teksten werden gedrukt tegen perverse liedjes, zeker in de late zeventiende eeuw, bleven ze bijzonder populair. Seks was een onderdeel van het leven en daar schaamden de mensen zich niet voor.

Dus lezer, schaam je ook niet. Lees met plezier de dubbelzinnige liedteksten in het boek en bewonder de niets verhullende prenten. Het boek Vieze liedjes in de zeventiende en achttiende eeuw geeft een mooie selectie van een veelvoorkomende cultuuruiting uit het verleden, die helaas een beetje in het verdomhoekje is geraakt.

Bron
ReactiesReageer