Naar de content

Verkeerde afslag met grote gevolgen

Waarom de potvis op ons strand belandt

Steve Geelhoed voor gebruik op Nemo Kennislink

In januari 2016 strandden er bijna dertig potvissen op Texel en langs de Duitse, Franse en Engelse kusten. Strandingen van potvissen komen vaker voor in Nederland. Hoe raken de dieren verdwaald en waaraan gaan ze dood?

Vorige maand was het weer zover. Zes potvissen lagen vast op het Nederlandse strand waar ze niet meer wegkwamen en uiteindelijk stierven. Tijdens de herfsttrek zwemmen de walvissen naar zuidelijker wateren. Normaal gesproken kiezen ze een route die westelijk langs de Britse Eilanden gaat.

In januari 2016 strandden er zes potvissen op Texel.

Steve Geelhoed voor gebruik op Nemo Kennislink

Verdwaald en verzwakt

Potvissen hebben flinke dieptes nodig om te bewegen en in dat deel van de Atlantische Oceaan kan dat zeker. Maar er zijn er altijd een paar die om de een of andere reden links aanhouden en daardoor in de Noordzee belanden. Eenmaal in de Noordzee, komen de potvissen er niet makkelijk weer uit. De Noordzee loopt namelijk als een soort trechter. Hoe zuidelijker je komt, des te smaller en ondieper hij wordt.

Bovendien hebben potvissen geen goede ogen. Ze navigeren met sonar. Bij een glooiende zandkust die geleidelijk van heel diep naar ondieper gaat en uiteindelijk land wordt, schiet de sonar eroverheen. Dit legde zeebioloog Mardik Leopold van Imares Wageningen UR uit in het programma De Kennis van Nu. De geluidssignalen die de dieren uitzenden, worden door de langzaam oplopende kust niet of slechts zeer zwak teruggekaatst. Een potvis heeft pas door dat hij verkeerd zit als hij met zijn buik in het zand zit.

Dat er potvissen zijn aangespoeld, is op zich niet zo bijzonder. De grote dieren stranden al eeuwen op onze stranden. In het online strandingsregister staan 73 geregistreerde walvisstrandingen van de afgelopen jaren. Maar door historische afbeeldingen is bekend dat er honderden jaren geleden ook al walvissen stierven langs onze kust.

Ontploffing

Dat er in januari zoveel dieren min of meer tegelijkertijd aanspoelden, was wel opmerkelijk. “Vaak gaat het bij strandingen om een klein groepje verdwaalde, afgezwakte dieren”, zegt bioloog Lonneke IJsseldijk van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht aan de telefoon. “De vraag is of al deze dieren één groep vormden. Dat is lastig te achterhalen.”

Als de dieren op zee sterven, zinkt hun lichaam uiteindelijk naar de bodem, waar het opgaat in de kringloop. Als ze aan onze kust aanspoelen, worden ze echter opgeruimd, terwijl we kadavers op de Veluwe bijvoorbeeld wel laten liggen. Maar dat opruimen van walvissen heeft verschillende redenen. Zo worden van ieder dier de 40 tien centimeter lange tanden uitgezaagd om zwarthandel in ivoor te voorkomen. “We willen geen markt creëren voor dit soort producten,” zei IJsseldijk daarover in De Kennis van Nu. Een deel van de tanden wordt bewaard voor verder onderzoek, omdat daaruit onder andere de leeftijd van de dieren te achterhalen is.

Daarnaast heeft de potvis een dikke speklaag waardoor het lichaam langer warm blijft en hij van binnen sneller gaat rotten. De ophoping van gassen in het kadaver kan er zelfs voor zorgen dat het ontploft. Niet zo’n lekker gezicht op het strand. Bovendien komt er flink wat stank van de overleden dieren af en kunnen ze ziektes verspreiden. Daarom werden de dieren in januari verbrand in een fabriek. Een operatie die dertigduizend euro per walvis kost, meldde Trouw. Maar dat levert dan wel weer ongeveer vijftigduizend kilowattuur stroom op, het jaargebruik van zo’n veertien gezinnen.

Walvisprotocol

Sinds 2013 heeft ons land een heus protocol voor ‘stranding levende grote walvisachtigen’. In dit document staat beschreven welke stappen de verschillende organisaties moeten nemen om ervoor te zorgen dat de aangespoelde dieren overleven. Ook vertelt het document wat mogelijke maatregelen zijn. Bijvoorbeeld het dier terugbrengen naar zee, tijdelijk opvangen (zoals met orka Morgan gebeurde) of het toepassen van euthanasie. Het ministerie van Economische Zaken is eindverantwoordelijk.

Inktviskaken

Voordat de dieren naar de fabriek werden vervoerd, stelden onderzoekers van Wageningen UR en de Universiteit Utrecht de maag- en darminhoud veilig voor onderzoek. Een potvis heeft een darmlengte van maar liefst 140 tot 170 meter. Alleen de maag weegt al 60 tot 100 kilo. Na zes dagen ploeteren waren de wetenschappers erdoorheen. Alle magen en darmen werden opengesneden en de voedselresten eruit gewassen en over een zeef gespoeld. Daarna gingen alle resten de wasmachine in waarna de onderzoekers alles goed konden bekijken.

Ze concludeerden dat de dieren hun laatste maaltijd hadden genuttigd enkele dagen voordat ze de Noordzee bereikten. Alle zachte voedselresten waren daardoor al verteerd. Er werden alleen harde, onverteerbare delen gevonden. Zo vonden de Wageningse onderzoekers inktviskaken in alle potvismagen en -darmen. De aantallen varieerden, maar sommige dieren hadden er honderden in hun ingewanden zitten. Daarnaast had een aantal dieren zeeduivel op het menu gehad. Er werd geen vis uit de Noordzee gevonden. Waarschijnlijk vinden de dieren geen voedsel in de Noordzee omdat hun prooien, zoals de inktvis, een stuk dieper leven. Ook bij eerder onderzoek was de maag vaak leeg.

De Nederlandse onderzoekers onderhouden nauw contact met onderzoekers en pathologen uit Duitsland, Engeland, Schotland, Frankrijk en België. IJsseldijk: “Wat we tot nu toe weten is dat de dieren geen ziekteverschijnselen hadden. Hier en daar vonden we een parasiet, maar dat kan niet de oorzaak van het stranden of van het overlijden zijn.” De onderzoekers gebruiken de informatie die ze verkrijgen ook om meer te leren over potvissen in het algemeen, hun populatie en het leefgebied.

Knoop in de maag

De opvallendste vondst in de walvismagen waren een grote vishaak en een flinke bos opgerold touw met de knoop er nog in. Ook werden er enkele plastic zakken gevonden. Maar volgens Mardik Leopold kan dit niet de doodsoorzaak zijn geweest. De vondst geeft wel andere informatie. “Het plastic kan ons tot de bron leiden waar het vandaan komt”, laat IJsseldijk aan Kennislink weten. “Zo kunnen we bepalen hoe schoon het ecosysteem is waar ze in leven. Ook zullen we toxicologisch onderzoek doen om naar PCB’s en zware metalen te kijken. Deze kunnen het immuunsysteem en de voortplanting van potvissen beïnvloeden. Dat is al aangetoond in kleinere walvisachtigen.”

De dieren zagen er verder goed uit, ze hadden een goede spek- en spierlaag. De maag en darmen waren wel grotendeels leeg, maar dat is niet zo gek na een paar dagen zwemmen van Noorwegen naar onze kust. Overigens kan een potvis weken zonder voedsel, dus een paar dagen vasten is geen probleem. Verhongering is daarom ook niet de doodsoorzaak geweest. Volgens IJsseldijk is de doodsoorzaak het levend stranden. “Vooral voor grote walvissen is dit fataal. Zij kennen geen zwaartekracht en wanneer ze moedeloos op het strand liggen, ontstaat er veel druk op hun lijk, wat resulteert in spierschade. Ook ervaren de gestrande dieren veel stress. Daarnaast liggen ze vaak op hun zij. Op Texel lagen ze zelfs nog half in de branding, waardoor ze zeewater en zand binnenkregen. Die factoren dragen allemaal bij aan het uiteindelijke sterven.”

Maar waarom de dieren dan de verkeerde afslag namen, blijft voorlopig een raadsel. “Was het het geluid dat ze van hun pad bracht, gingen ze een prooi achterna, verandert de temperatuur van de stromen? Misschien komen we er wel nooit achter”, zegt IJsseldijk.

Bekijk hier een filmpje van het onderzoek naar een andere walvissoort, de kleine bruinvis:

ReactiesReageer