Naar de content

Vogels getroffen door landbouwgif

Een spreeuw met een vlieg in zijn bek.
Een spreeuw met een vlieg in zijn bek.
Jouke Altenburg, Radboud Universiteit

Op plaatsen met een hoge concentratie van het landbouwgif imidacloprid gaat het aantal insectenetende vogels hard achteruit. Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit in samenwerking met SOVON Vogelonderzoek Nederland. Imidacloprid werkt op het zenuwstelsel van insecten, waardoor deze doodgaan. De afname van vogels wordt dus waarschijnlijk veroorzaakt door de afname van hun voedselbronnen.

“Door zaden te coaten met imidacloprid is er niet veel gifstof nodig en verspreidt het middel zich uiteindelijk door de hele plant. Met dat idee is het landbouwgif in de jaren negentig geïntroduceerd”, vertelt Hans de Kroon, ecoloog aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Maar dat pakt totaal anders uit. Het grootste deel van het gif, zo’n 95 procent, komt namelijk in het milieu terecht en niet in de plant.” Via grondwater, slootjes, kanalen en rivieren komt imidacloprid ook terecht bij insecten die helemaal geen doelwit zijn.

Een spreeuw in het weiland op zoek naar insecten. In veel gebieden waar insectenetende vogels hun maaltje bij elkaar scharrelen, komt een verhoogde concentratie imidacloprid in het oppervlaktewater voor.

Jouke Altenburg, Radboud Universiteit

“Uit Utrechts onderzoek is eerder gebleken dat insecten die in het water leven getroffen worden door het landbouwgif”, gaat de Kroon verder. “En aangezien de meeste insecten die door vogels gegeten worden een deel van hun leven in het water doorbrengen, vroegen wij ons af of we bij insectentende vogels ook een effect van imidacloprid zouden zien.”

Beste verklaring

De onderzoekers legden data van de concentratie imidacloprid in het oppervlaktewater naast de gegevens van vogeltellingen van SOVON. “In gebieden waar meer dan twintig nanogram per liter gifstof in het oppervlaktewater zit, is de gemiddelde afname van vogels 3,5 procent per jaar”, vertelt ecoloog Caspar Hallmann, collega van de Kroon en tevens werkzaam bij SOVON. “We hebben gekeken of deze afname verklaard kan worden door andere factoren zoals de intensivering van de landbouw, de afname van natuurlijke elementen en verstedelijking. Deze factoren spelen natuurlijk een rol, maar het gebruik van gifstoffen in gebieden met bijvoorbeeld kassen, bollenvelden en akkerbouw geeft de beste verklaring voor de afname van de vogels.”

Boerenzwaluw en spreeuw

In het onderzoek zijn vijftien soorten insectenetende vogels meegenomen. Alle vogels reageren verschillend op het gebruik van landbouwgif. De boerenzwaluw en de spreeuw worden het sterkst getroffen. Het mechanisme achter de sterke afname van deze vogels is nog onzeker. Hallmann: “We vermoeden dat het iets te maken heeft met de trofische cascade. Deze vogels zijn afhankelijk van insecten. Door het gebruik van imidacloprid vallen de insecten weg. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot een verlaagd broedsucces of een hogere mortaliteit onder vogels.”

Boerenzwaluw voert een jong met insecten. In gebieden waar insecten massaal sterven door het gebruik van landbouwgif kan deze vogel moeilijk overleven.

Jouke Altenburg, Radboud Universiteit

Directe vergiftiging kan Hallmann ook nog niet helemaal uitsluiten. “Zes van de onderzochte vogelsoorten eet buiten het broedseizoen ook zaden. Als deze gecoat zijn met imidacloprid kan dat een direct effect hebben. Daarnaast kunnen de vogels vergiftigd raken door het eten van besmette insecten.” Maar die scenario’s zijn minder waarschijnlijk omdat het landbouwgif vrij specifiek werkt op het centrale zenuwstelsel van insecten.

Een spreeuw met een vlieg in zijn bek.

Spreeuw met insecten.

Jouke Altenburg, Radboud Universiteit

Grondig oplossen

Ook al is het mechanisme nog niet helemaal duidelijk, volgens de Kroon kunnen we de resultaten van deze studie niet negeren. “Het verband tussen het gebruik van imidacloprid en de achteruitgang van vogels is zorgwekkend. Er is echt iets aan de hand en er moet dus iets gebeuren.” Wat er dan precies moet gebeuren, vinden de onderzoekers lastig te zeggen. De Kroon: “Dat is niet aan ons, maar aan de politiek. We zouden helemaal kunnen stoppen met het gebruik van deze gifstof. Op zich staan wij daar sympathiek tegenover. Maar aan de andere kant, wat komt er dan weer voor in de plaats? Ik denk dat het verstandig is de tijd te nemen om dit probleem grondig op te lossen.”

Bron:

Caspar Hallmann e.a. Declines in insectivorous birds are associated with high neonicotinoid concentrations Nature, 10 juli 2014 (online), DOI: 10.1038/nature13531

ReactiesReageer