Naar de content

Voorzichtig met drop

Nederlanders moeten minder kwistig zijn met drop en zoethoutthee. Want beide bevatten glycyrrhizine, een stof die ongemerkt de bloeddruk de hoogte in jaagt. Wie dagelijks twee tot vijf dropjes of een half kopje zoethoutthee tot zich neemt, kan niets gebeuren, zo rekenden huisarts Hans Grundmeijer van het AMC en studenten geneeskunde Hans Boganen en Koen van Hee voor in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Dat drop geen onschuldig snoepgoed is, was al een tijdje bekend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dat duidelijk bij mensen die een zelfgebrouwd mengsel van een apotheek in Heerenveen gebruikten tegen maagklachten. Het drankje, met daarin het zoethoutextract dat de basis vormt van drop, hielp prima. Maar een internist meldde flinke bijwerkingen: één op de vijf patiënten kreeg last van oedeem (vochtophopingen) en zware hoofdpijn. Hoe dat kwam wist hij niet.

In de jaren zestig vond J.G.G. Borst, hoogleraar Interne Geneeskunde aan de UvA, het antwoord. Hij beschreef in _The Lancet_wat er gebeurt als iemand drop eet: zijn nieren gaan water en zout vasthouden, en het overschot aan vocht hoopt zich op in de weefsels. Vandaar de hoofdpijn, de opgezette benen en het pafferige gezicht. Vervolgens stijgt de bloeddruk: een signaal voor de nieren om water en zout uit te gaan scheiden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de bloeddruk na het stoppen met drop eten naar normale waarden zakt. Afhankelijk van de studie die je daarover raadpleegt, duurt dat vier weken tot een half jaar.

Aanstichter van de bloeddrukverhoging is glycyrrhizine, de stof die drop zijn typische smaak geeft. Het is een zoetstof, afkomstig uit de zoethoutwortel. Glycyrrhizine zit ook in dranken als ouzo en pernod, tabak, kauwgom, hoestdrank, winegums, keelpastilles en wordt toegevoegd aan medicijnen om de bittere smaak te maskeren.

Maar het is vooral de consumptie van drop en de steeds populairder wordende zoethoutthee die zorgen baart. Op basis van literatuuronderzoek gingen Grundmeijer en zijn studenten na hoeveel glycyrrhizine iemand dagelijks mag binnenkrijgen. Ze kwamen uit op een maximum van 95 milligram glycyrrhizine per dag, omgerekend zo’n tachtig gram zoete drop. Grundmeijer: ‘Maar dat geldt alleen voor gezonde personen, niet voor mensen die van zichzelf al een hoge bloeddruk of aanleg daarvoor hebben. Vrouwen zijn bovendien gevoeliger voor het effect van drop dan mannen. Daarom hanteren we een veiligheidsmarge – het is gebruikelijk in de voedseltechnologie om de hoeveelheden met een factor tien te verlagen – en dan kom je uit op tien tot dertig gram drop per dag. Dat zijn twee à vijf dropjes. De precieze hoeveelheid is afhankelijk van het soort drop. In zoete drop zit namelijk meer glycyrrhizine dan in dubbelzoute drop. Dat doen fabrikanten om de smaak van het zout in de zoete drop te maskeren. Van zoete drop gaat dus gek genoeg de bloeddruk eerder stijgen dan van zoute drop.’

‘Wat zoethoutthee betreft, raden we niet meer aan dan een half kopje per dag.’ Over het gebruik van zoethoutthee zijn geen cijfers bekend, maar over de dropconsumptie wel: ieder jaar vermalen Nederlanders zo’n 32 miljoen kilo. ‘Per hoofd van de bevolking is dat jaarlijks twee kilo drop. Als je de gemiddelde consumptie corrigeert voor babies en de grote groep mensen die nooit drop eet, kom je tot een veelvoud van dat getal. Dat is volgens onze normen te veel’, aldus Grundmeijer.

Huisartsen moeten rekening houden met deze nationale liefhebberij, stellen hij en zijn studenten in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Helaas staat niet langer in de richtlijn ‘Cardiovasculair risicomanagement’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap dat de dokter naar het dropgebruik moet informeren als hij vaststelt dat de bloeddruk van een patiënt te hoog is. ‘Onterecht’, meent Grundmeijer. ‘Een consumptie van slechts honderd gram drop per dag kan de bloeddruk al met vijf tot tien millimeter laten stijgen. Dat kan het verschil zijn tussen wel of niet behandelen.’

Dit artikel is een publicatie van AMC Magazine