Naar de content

De Zuidelijke IJszee neemt weer CO₂ op

Nicolas Metzl, LOCEAN/IPSL Laboratory

Goed nieuws uit de Zuidelijke IJszee. De opname van koolstofdioxide uit de lucht, die sinds 1980 gestokt leek te zijn, is weer op gang gekomen. De oceaan absorbeert momenteel zelfs meer CO2 dan ooit tevoren, schrijft een groep Europese en Amerikaanse onderzoekers deze week in Science.

Walvis (Zuidkaper) in de Zuidelijke Oceaan

Michaël Catan, via Wikimedia Commons, public domain

De oceanen hebben een remmend effect op de klimaatverandering. Sinds 1870 is maar liefst een kwart van het door mensen uitgestoten CO2 door de oceanen geabsorbeerd. De Zuidelijke Oceaan of Zuidelijke IJszee nam hiervan altijd zo’n veertig procent voor zijn rekening. Tot 1980 steeg jaarlijks de hoeveelheid CO2 die deze oceaan opslurpte. Logisch, want hoe hoger de concentratie CO2 in de lucht, hoe meer er door het water kan worden opgenomen.

Na 1980 stagneerde de opname echter. De hoeveelheid kooldioxide die in zee verdween, groeide niet meer mee met de hoeveelheid in de lucht, en leek zelfs af te nemen. Het leidde tot ongerustheid: zou de zee misschien verzadigd zijn? Als de oceanen hun werk als afzuigkap niet meer doen, zal de CO2-concentratie nog veel sneller oplopen dan nu al het geval is. Met als gevolg een (nog) snellere opwarming van het klimaat.

Wind

Veel onderzoekers weten het stokken van de CO2-opname aan een verandering in de windsterkte en -richting. Hierdoor veranderde ook de oceaanstroming en welde er water uit grote diepte omhoog, waar al veel CO2 in zat. Omdat de wijziging in het windpatroon een gevolg van de klimaatverandering is, was dit niet geruststellend. De verwachting was niet dat de oceaan zich opeens zou herstellen.

Maar dat deed de oceaan dus wel, blijkt uit het nieuwe onderzoek. Weliswaar zat er een flinke dip in de opname, tussen 1980 en 2002, maar sindsdien is de snelheid rap toegenomen. Momenteel neemt het water weer evenveel CO2 op als je op grond van de concentratie van dit broeikasgas in de lucht zou verwachten.

Een onderzoeksboot trotseert de sterke westenwind in de Zuidelijke IJszee, om het CO2-gehalte in het water te meten.

Nicolas Metzl, LOCEAN/IPSL Laboratory

Natuurlijke variatie

Hoe dat kan weten de onderzoekers zelf nog niet goed. Zowel weersinvloeden als veranderingen in de oceaanstroming kunnen invloed hebben. Kennelijk zit er meer natuurlijke variatie in de opnamecapaciteit dan gedacht. “Dat verbaast ons”, zegt Nicolas Gruber, hoogleraar milieufysica aan de ETH in Zürich, in een persbericht.

De onderzoekers vonden het herstel van de opnamecapaciteit na de analyse van meer dan 2,6 miljoen metingen die een tijd van dertig jaar omspanden. Omdat er in sommige regio’s heel veel en in andere heel weinig was gemeten, gebruikten ze een speciale methode om de resultaten te interpoleren, gebaseerd op neurale netwerken. “Die methode is overigens niet geschikt om voorspellingen te doen”, zegt Gruber. Als we willen weten hoe dit in de toekomst verder gaat, zullen we dus gewoon moeten blijven meten.

Bronnen
ReactiesReageer