Naar de content

Vijf meter zeespiegelstijging. En dan?

Vier personen die aan het werk zijn om de dijk van de Westerschelde te versterken.
Vier personen die aan het werk zijn om de dijk van de Westerschelde te versterken.
https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / DD

We hoeven geen bergen op te fietsen en we wonen bijna allemaal dichtbij de zee. Even de auto in en naar het strand. Maar wat als het water blijft stijgen en wel steeds sneller zoals wordt voorzien. Wat gebeurt met Nederland bij vijf meter zeespiegelstijging?

Een deel van de wereldbevolking, 300 – 400 miljoen mensen, wonen in kuststreken tot vijf meter boven ‘NAP’ (Normaal Amsterdams Peil). Vijf meter wereldwijde zeespiegelstijging zou optreden als bijvoorbeeld de ijskap op West-Antarctica, 10% van het ijs op Antarctica, smelt, al kan dat nog eeuwen duren.

Laaggelegen gebieden, zoals delen van onder meer China, Bangladesh, Vietnam, Egypte, de Bahama’s en Nederland hebben dan een probleem. In ontwikkelingslanden, die zich veel minder goed kunnen verdedigen, zou 1,2% van het land onderlopen; 245 miljoen mensen zouden een andere woonplaats moeten zoeken. Met een stijging van een kleine meter, realistisch voor het jaar 2100, moeten zeker tientallen miljoenen mensen op de vlucht. Wereldwijd.

Een kwart van Nederland ligt nu al onder het NAP, maar met vijf meter zal dat richting de 50% gaan. Waar wonen veruit de meeste mensen? Juist, in het gebied dat dan onder het zeeniveau zal liggen. De laagste van de lage landen zal zich – tegennatuurlijk – moeten verdedigen in plaats van uitbreiden, zoals het deed in de afgelopen eeuwen. Kan Nederland het kruipende gevaar aan zoals we terugsloegen na de vloed van 1916 met de Afsluitdijk en de Watersnoodramp van 1953 met de Deltawerken? Wat zijn de gevolgen voor met name ons land?

Een kaart van de Deltawerken in België en Nederland.

De Deltawerken in Zuid-westelijk Nederland: gebouwd naar aanleiding van de Watersnoodramp van 1953.

OpenStreetMap.org

Drinkwater

Omdat de zeespiegel flink zal stijgen, neemt de kans op verzilting (toename van het zoutgehalte) van de ondergrond toe, aangenomen dat Nederland haar kusten verdedigd. Zoet water kan daarom moeilijker tot niet meer gewonnen worden uit de ondergrond van de kuststreken, zoals in de duinen waar de zoetwaterbel zal afnemen. Hoe kleiner de duinenrij, hoe sneller de zoetwaterbel in gevaar komt. Toch kan de zoetwaterbel gered worden door toevoeging van zoet water van bovenaf en door het ophogen van de kuststrook.

Bij vijf meter zeespiegelstijging zal het water van de rivieren hoger komen te liggen. Het getijde krijgt bovendien steeds meer invloed op de rivieren zoals in het zuidwesten, waar Nederland afhankelijk is van zoet irrigatiewater en drinkwater van de rivieren. Als de maximumconcentratie van 250 gram chloride (wat in zeewater zit) per liter wordt overschreden, kan het water niet meer gebruikt worden voor die doeleinden. Sluizen in bijvoorbeeld Gouda zullen bij een rijzende zeespiegel van slechts 35 centimeter al 76 dagen per jaar dicht moeten om het zout tegen te gaan in plaats van gemiddeld nul dagen per jaar nu. Bij vijf meter is er uiteraard geen houden meer aan.

Kwel

Een ander probleem is zoute kwel. Als het verschil tussen de zeespiegel en het daar achterliggende grondwaterpeil van het land groter wordt, zal meer kwel (grondwater dat aan de oppervlakte komt) ontstaan in de kustzones. Bij 5 meter stijging voor de gebieden die nu al 2 – 6 meter beneden NAP liggen, neemt kwel met factor 2 tot 3 toe. Ook voor gebieden die nu nog enkele meters boven NAP liggen, kan kwel ontstaan. De oostelijke grens van het kwelgebied zal 25 – 30 kilometer naar het oosten toe verschuiven. Dat klinkt niet spectaculair, maar de effecten zijn dat wel.

Op dit moment is een groot deel van West- en Noord-Nederland onderdeel van het kwelgebied. Bij vijf meter stijging zullen delen van Overijssel, Gelderland, Brabant, Gelderland en zelfs Drenthe onder de invloed van kwel komen volgens een studie van Rijkswaterstaat uit 1986. Tenzij hier een oplossing voor wordt gevonden door bijvoorbeeld extra spoelwater te gebruiken, zullen grote landbouwgebieden verloren gaan. Hoeveel kwel praten we over? Voor de nu al geteisterde gebieden gaat het dan over 1,5 millimeter per dag. Pompen of verzilten dus.

Twee kaarten van Nederland. Er wordt een vergelijking gemaakt van voor de zeespiegelrijzing en na de zeespiegelrijzing.

Kwel in Nederland voor en na 5 meter zeespiegelstijging.

Rijkswaterstaat (1986)

Terugtrekken kustlijn

Bij het behouden van de kustlijn zal de waterdiepte bij de kuststreek dieper worden, vooral aan de oceaankant van waar de golven breken. Golven hebben daarom minder last van wrijving met de bodem, waardoor hogere golven kunnen ontstaan. Leuk voor surfers, maar mogelijk een extra gevaar voor de duinenstrook bij stormen. De Nederlandse kust zal voor het eerst in honderden jaren terrein moeten prijsgeven: het gaat slechts over 250 – 750 meter van de kuststreek door de erosie van de kustzone.

De Waddeneilanden zullen zich enkele kilometers terugtrekken richting het vasteland en vooral uit duinenrijen bestaan. De kweldergebieden in Noord-Nederland met hun unieke flora en een soortenrijke fauna gaan grotendeels verdwijnen. Trekvogels, die al duizenden jaren gebruik maken van deze kwelder en het Waddengebied, kunnen dan namelijk nauwelijks meer voedsel vinden. Een rapport van Rijkswaterstaat (1986) vertelt dat 15 – 20 soorten uit het Waddengebied kunnen verdwijnen.

Economie

Bij een zeespiegelstijging van tachtig centimeter in honderd jaar, wat in de lijn der verwachting ligt voor Nederland, kost het zo’n 600 miljoen euro per jaar om onze kusten te verdedigen. Dat klinkt als een hoop, maar dat is het niet. Het is slechts 0,15% van het bruto nationaal product. Bovendien zouden de kosten, door overstromingen bijvoorbeeld, uiteindelijk vijf maal zo hoog zijn als we niets zouden doen.

Uitgaande van een hypothetische stijging van vijf meter in honderd jaar vanaf 2030, zal het westen van Nederland minder aantrekkelijk worden om in te wonen volgens de leden van een workshop in 2004 (en waarvan een samenvatting is gepubliceerd in Climate Change door Xander Olsthoorn en collega’s in 2008). Huizenprijzen zouden mogelijk dalen, en de hele economie kan onder druk komen te staan, met uitzondering van de waterschappen natuurlijk.

Nederland zou opgedeeld kunnen worden in drie delen: het laagbevolkte noorden en delen van het westen, het stedelijke westen en het hogergelegen gedeelte van het land. In hoeverre het behouden van de laaggelegen, noordelijke en westelijke gedeelten economische rendabel zal zijn op den duur en de eventuele massa-migratie naar het oosten en zuiden, kunnen punten worden van politiek-economische twisten.

De meeste leden van de workshop waren het eens dat een stijging van vijf meter in honderd jaar hoogstwaarschijnlijk zal uitlopen op massale migratie naar hogergelegen, dunbevolktere delen in Nederland. Vluchtelingenkampen in Nederland behoren dan schrikbarend genoeg tot de mogelijkheden.

Een grafiek die de scenario's voor zeespiegelstijging weergeeft.

De verwachte zeespiegelstijging voor de komende eeuwen.

Waddenacademie, Klimaatverandering in het Waddengebied (PDF Download Available). Available from: https://www.researchgate.net/publication/46723210_Klimaatverandering_in_het_Waddengebied [accessed Sep 14, 2017]

Politiek

Hoe zullen politici reageren op een zeespiegelstijging van vijf meter in honderd jaar? Dezelfde workshopleden stelden dat politici gevoeliger zijn voor de publieke opinie dan voor waarschuwingen van wetenschappers. Zij zullen zeespiegelstijging pas bij een overstroming of bijna-overstroming als een politiek probleem gaan beschouwen en actie ondernemen. Of eerder als de publieke opinie dat wil…

Voor de politiek is ook wereldwijd een grote rol weggelegd, vooral voor regeringen van laaggelegen landen. Er zijn twee manieren om de gevolgen van de zeespiegelstijging tegen te gaan: of de uitstoot van broeikasgassen echt aanpakken op internationaal niveau, of je als land aanpassen aan de zeespiegelstijging. Dat kan heel lokaal zijn, en de mogelijkheid daartoe hangt sterk samen met hoe welvarend een land is.

Vier personen die aan het werk zijn om de dijk van de Westerschelde te versterken.

Dijkversterking Westerschelde.

https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / DD

Richard Tol (onder meer werkzaam bij VU Amsterdam) liet in 2007 zien dat slechts 10% van de gevolgen van zeespiegelstijging teniet zou worden gedaan in het jaar 2100 als de CO2-concentraties rond 550 ppmv (deeltjes per miljoen) gestabiliseerd zouden worden. Daarbij kan aanpassen zoals bedijking of ophogen van de dijken de gevolgen met een factor 10 – 100 verminderen. De kosten zijn vele malen minder dan de opbrengsten, want land met daarop landbouwgebied of steden en dorpen wordt immers gespaard.

Het lijkt dus duidelijk: aanpassen, als het land dat kan opbrengen, lijkt de beste oplossing. Niet op de lange termijn uiteraard, want dijken kunnen niet oneindig opgehoogd worden zonder ook het achterland op te hogen. Om af te sluiten met een quote van Susmita Dasgupta en collega’s in 2007: ‘De wereld heeft nog niet eerder een crisis op deze schaal gezien, en het plannen voor aanpassing moet onmiddellijk beginnen.’ Nederland voorop.

Laurens Bouwer (VU Amsterdam) wordt hartelijk bedankt voor het verzenden van het Rijkswaterstaatrapport uit 1986.

Bronnen:
  • Dasgupta et al., The impact of sea-level rise on developing countries: a comparative analysis, World Bank Policy Research Working Paper No 4136, February 2007. PDF
  • Olsthoorn et al., Neo-Atlantis: The Netherlands under a 5-m sea level rise, Climatic Change 91 (2008) 103–122. PDF
  • Rijkswaterstaat DGW. Zeespiegelrijzing, Rijkswaterstaat Dienst Getijdewateren, 1986.
  • Tol et al. Adaptation to Five Metres of Sea Level Rise, Journal of Risk Research 9 (2006) 467-482. PDF
  • Tol, R.S.J.,The double trade-off between adaptation and mitigation
    for sea level rise: an application of FUND
    , Mitigation and Adaptation Strategies for Global Change 12 (2007) 741-753. PDF
ReactiesReageer