Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Wat als er ‘niks’ uit je onderzoek komt?

Freepik

Als onderzoeker ploeter je jaren om tot resultaten te komen. Maar wat nu als je data geen eurekamoment oplevert?

Vier jaar lang. Dat was de periode tussen het moment dat ik voor het eerst de data kreeg, en het moment dat ons uiteindelijke artikel gepubliceerd werd. “Wat hebben jullie dan precies onderzocht?” was logischerwijs de veelgehoorde vraag. “Of verschillende behandelingen om een terugval in depressie te voorkomen ook invloed hebben op schommelingen en dynamiek van emoties,” antwoorde ik dan. “En of dit vervolgens de kans op een terugval in depressie voorspelt”. “Klinkt interessant! En wat vonden jullie?” “Ja, eigenlijk kwam het er allemaal niet uit…” “Nou, daar ben je dan mooi klaar mee, na al die jaren zwoegen!”

Op het eerste gezicht voelt ‘niks’ vinden een beetje suf, daarvoor ben ik toch niet de wetenschap in gegaan? Maar wat betekent dit eigenlijk, en wat is de waarde van ’negatieve’ bevindingen? Ten eerste: ‘niks’ vinden bestaat natuurlijk niet! Want iets wat er niet is, kan ook niet gevonden worden. Wat er wordt bedoeld met ‘niks’, is dat je geen positief effect of resultaat kon waarnemen. Denk bijvoorbeeld aan het verwachtte effect van een behandeling of het kunnen aantonen dat bepaalde factoren het beloop van een ziekte beïnvloeden. Als het niet mogelijk is om dit aan te tonen voelt het misschien als ‘niks’, maar natuurlijk is het alsnog een bevinding op zich.

Freepik

Terugkerende depressie

Vertaald naar ons onderzoek: gedacht wordt dat schommelingen en dynamiek in emotie belangrijk zijn voor het verloop van terugkerende depressie. De huidige behandeling moet voorkomen dat iemand terugvalt in een depressie is deels gericht op het reguleren van emoties. In onze studie vroegen we 42 deelnemers met terugkerende depressie om via hun mobiele telefoon meerdere keren per dag een vragenlijst over hun emoties in te vullen. Uit deze data bleek alleen niet dat deze schommelingen en dynamiek in emotie de kans op terugval in depressie voorspelde. Ook leek er geen effect te zijn van verschillende behandelingen op de schommelingen in emoties.

Het feit dat je iets niet kan aantonen, heeft mogelijk meerdere redenen. Het effect bestaat misschien wel, maar met de gebruikte methodes is het niet gelukt om dit te meten en aan te tonen. Een andere mogelijk verklaring is dat het verwachtte effect er simpelweg niet is, al kan je het ook weer niet 100% uitsluiten.

Freepik

Publicatiebias

Ook negatieve resultaten zijn belangrijk om mee naar buiten te treden. Als je als wetenschapper alleen publiceert over ‘positieve’ bevindingen, dan krijgen mensen een vertekend beeld van de huidige stand van de wetenschap. De neiging van onderzoekers en wetenschappelijke tijdschriften om ‘positieve’ resultaten sneller te publiceren, noem je ook wel ‘publicatiebias’. ‘Negatieve’ of onduidelijke resultaten worden daardoor minder snel in een artikel opgenomen.

Gelukkig lijkt er ook een tegenbeweging op gang te zijn. Zo zijn er tegenwoordig meerdere wetenschappelijke tijdschriften die zich toespitsen op het publiceren van artikelen waarin niet een duidelijk positief effect wordt gevonden, onder mooie titels als Positively Negative. Mijn artikel vond, na meerdere afwijzingen, gelukkig een thuis in het wetenschappelijke tijdschrift eClinicalMedicine.

Elke onderzoeker hoopt op prachtige positieve Eureka-resultaten

Mislukte experimenten

Na dit pleidooi voor het belang van negatieve resultaten: natuurlijk hoopt elke onderzoeker op prachtige positieve Eureka-resultaten. Toch is het wel publiceren en uitdragen van ‘negatieve’ resultaten niks anders dan een eerlijke reflectie van de stand van de wetenschap: er is namelijk gewoon heel veel wat we nog niet weten. Of wat we denken te weten, maar wat waarschijnlijk toch anders in elkaar steekt. Daarnaast is het zo dat bijna alle grote ontdekkingen in de wetenschap vooraf zijn gegaan aan een (lange) serie mislukte onderzoeken en experimenten.

Zou Antonie van Leeuwenhoek meteen de eerste keer een perfect werkende microscoop hebben gecreëerd? Brandde de eerste gloeilampen van Thomas Edison meteen zo lang als ze tegenwoordig doen? Vaak is een paar keer ‘niks’ vinden heel leerzaam en broodnodig om uiteindelijk met ‘iets’ te eindigen. Dus, om antwoord te geven op de vraag in de titel: wat als er ‘niks’ uit je onderzoek komt, is dat dan ook wetenschap? Ik zou zeggen: ‘niks’ vinden ís de wetenschap.