Naar de content

Alsnog hooikoorts

Lezersvraag: Allergisch op latere leeftijd

SolStock voor iStock

‘Kun je op latere leeftijd - na je 40ste - nog hooikoorts ontwikkelen?’ vroeg een NEMO Kennislink-lezer ons. We legden de vraag voor aan een deskundige.

Veertig jaar lang ga je fluitend het voorjaar door. Zorgeloos fiets je door de natuur en lig je hele dagen in het gras, terwijl je meewarig naar alle hooikoortspatiënten kijkt, die niezend en proestend met dikke rode ogen rondlopen. Maar opeens ben je zelf de klos. Het overkwam onze lezer, die begrijpelijk meteen grote vraagtekens had, want het was haar toch bespaard gebleven? Had ze het kunnen voorkomen? Wij gingen voor haar te rade bij een deskundige. 

Immuunsysteem

Allergoloog-immunoloog Rik Rösken bevestigt dat je inderdaad – schijnbaar uit het niets - hooikoortsklachten kunt krijgen, maar dat betekent niet dat je ‘opeens’ ergens allergisch voor bent. Rösken: “Waarschijnlijk had de lezer al aanleg om pollenallergie te ontwikkelen. Dat kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld genetisch: als je ouders allergisch zijn, is de kans groter dat je zelf ook een allergie ontwikkelt.” Je erft dan niet de allergie zelf, maar wel de aanleg ervoor.

Vroeger waren pollen ook aanwezig, maar veel gelijkmatiger dan nu

— Rik Rösken

Om die omstandigheden te begrijpen is het goed om eerst te snappen wat er precies gebeurt bij een allergische reactie. Zo’n reactie wordt veroorzaakt door allergenen: lichaamsvreemde stoffen waar je lichaam op reageert. Wanneer zo'n allergeen de verdedigingslinie, zoals je huid of slijmvliezen, doorbreekt, verdedigt je lichaam zich met hand en tand: je immuunsysteem probeert met alle macht de indringer via snotteren, hoesten en proesten je lichaam uit te krijgen en te voorkomen dat er meer binnenkomt. Nogal overdreven, want allergenen zijn in feite niet gevaarlijk voor je lichaam. Hoe kan het dan dat zo’n allergie-aanleg pas op latere leeftijd resulteert in gesnotter? “Waarom er pas op latere leeftijd een omslag komt, is niet helemaal duidelijk,” zegt Rösken.

Klimaatverandering

Precies weten waardoor je opeens allergische klachten krijgt is dus geen eenvoudige taak, en daar komt bovenop dat er ook nog een hele hoop dingen in je omgeving kunnen veranderen. Zo kan een verhuizing van stad naar platteland ook allergieën oproepen, simpelweg omdat je voor het eerst in aanraking komt met een bepaald allergeen, zoals graspollen.

Een interessante verandering waar iedereen mee te maken heeft, is klimaatverandering. Hierdoor verandert het patroon van pollen in de lucht, met meer allergische klachten tot gevolg. Rösken: “Vroeger waren pollen ook aanwezig, maar veel gelijkmatiger dan nu. Vorig jaar was het bijvoorbeeld in de hele maand mei ontzettend koud, dat is normaal gesproken veel minder. De pollen die we normaal gesproken in mei zagen, zaten gewoon te wachten tot het warmer werd. In juni werd het opeens heel warm, waardoor alle mei-pollen alsnog vrijkwamen, samen met de pollen die gewoonlijk in juni komen. Je krijgt dan dus een ontzettende piek in de hoeveelheid pollen in de lucht, waardoor zelfs personen met een zeer lichte aanleg voor pollenallergie opeens klachten krijgen.” Door heftigere pieken in het weer, krijg je dus ook heftigere pieken in de hoeveelheid pollen, met alle gevolgen van dien. Daarnaast zorgen warmere winters er ook voor dat het pollenseizoen dit jaar veel eerder is begonnen – misschien was je in januari al aan het snotteren.

Ervan afkomen

Allergieën kunnen dus vrij onvoorspelbaar komen en gaan, maar gelukkig kun je je immuunsysteem best een handje helpen, zelfs als je er pas op je veertigste last van krijgt. Dat gebeurt met de gebruikelijke allergiepilletjes die symptomen onderdrukken, maar er is ook een behandeling die het immuunsysteem zelf aanpakt: immunotherapie. Rösken: “Immunotherapie bestaat al heel lang, wel honderd jaar. Het principe is nog steeds hetzelfde: blootstelling aan een allergenenextract, om je immuunsysteem te trainen om minder heftig te reageren op het allergeen. Het extract dat we tegenwoordig gebruiken is natuurlijk wel veranderd, want honderd jaar geleden injecteerden we een nagenoeg puur extract van een graspol.”

mammuth voor iStock

Voor de meesten zijn allergieën prima beheersbaar met allergiepillen en neusspray. Maar ook voor de grotere pechvogels zijn er inmiddels betere behandelingen, zoals smelttabletten in combinatie met op maat gemaakte injecties. Die zorgen ervoor dat je immuunsysteem een ander soort reactie ontwikkelt: een beschermende reactie, in plaats van een allergische reactie. En daar heb je veel minder last van. Na een jaar ben je van de meeste klachten af, en na drie tot vijf jaar is je immuunsysteem volledig getraind.

Immunotherapie is nu nog best duur, maar dat kan in de toekomst beter worden. Is het dan voor iedereen met allergieën in de toekomst een oplossing? “Ik zie vooral een toekomst voor me waarbij we beter snappen hoe je op jonge leeftijd je immuunsysteem kan trainen, door bijvoorbeeld kinderen vroeg in aanraking te laten komen met allergenen in de natuur,” zegt Rösken. “Daarnaast gaan we hopelijk ook wat beter voor de natuur zorgen, waardoor de pieken minder worden.”